zaterdag 18 juni 2022

Meer geschiedenis...

zaterdag 18 juni 2022

Op vrijdag zucht heel Nederland onder de hitte, behalve de Waddeneilanden. We vormen hier de grens tussen een groot lagedrukgebied boven Engeland en het hogedrukgebied boven centraal Europa. In plaats van de aanvoer van warmte uit Spanje hebben we hier te maken met harde frisse zeewind, met afwisselend zon en bewolking. We maken 's middags een wandeling vanaf de overvolle jachthaven naar en door het gezellige dorp, dat tegenwoordig leeft van het toerisme. Gelukkig is in de centrale Dorpsstraat veel authentieke bebouwing uit vroeger tijden gespaard gebleven. Vlieland is het kleinste van de bewoonde Nederlandse Waddeneilanden.

Op de website Vlieland.org lezen we dat Vlieland een lange historie heeft. Zoals zo vaak in het verre verleden, spelen monniken een belangrijke rol in de ontwikkeling van ons land. Het klooster Ludingakerke wordt omstreeks 1157 gesticht door Eilwardus Ludinga in het dorp Almenum. De monniken graven grachten om de handelsvaart beter mogelijk te maken. De buurt ten westen van Almenum, Harlingen, wordt daardoor zó belangrijk dat deze in 1234 stadsrechten krijgt. In 1230 schenkt Willem de Tweede 'Insula Fle' aan het klooster Ludingakerke, dat dan al bootverbindingen onderhoudt met het oosten van het eiland via de Flevostroom (het Flie, waar de naam van het latere Vlieland aan ontleend is).

De monniken hebben van waterbouw weinig verstand, de 'Monnikensloot' die ze graven vanuit de Flevostroom blijkt geen goed idee. Een zeer heftige storm in 1296 deelt het eiland in tweeën, door overstroming via de Monnikensloot. Diezelfde storm zorgt ervoor, dat Harlingen aan zee komt te liggen. De twee eilanden die zo zijn ontstaan, worden in 1314 officieel als afzonderlijk beschouwd, Vlieland en Eierland. Tegenwoordig is Eierland een vast deel van het eiland Texel. Het water dat nu Vlieland en Texel scheidt, heet nog steeds het Eierlandsche Gat.  Voor geïnteresseerden : gedigitaliseerd boek historisch Vlieland 

In het 'Badhuis' aten we deze week cranberry taart. Wat voor vrucht is de cranberry eigenlijk ? De cranberry of lepeltjesheide (Vaccinium macrocarpon Ait.), is ook bekend onder de naam grote veenbes. Het is een plant uit de heidefamilie (Ericaceae). Het is een kruipende of overhangende plant met dunne stengels. Er wordt een geneeskrachtige werking aan toegeschreven, ze bevatten veel  vitamine C. Veel Nederlanders grijpen bij blaasontsteking eerst naar een fles cranberry sap voordat ze aan de antibiotica gaan. 

De cranberry is hier geen inheemse plant, maar komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika. Hoe zijn de cranberries dan op de Waddeneilanden terecht gekomen ? Je vindt ze op Vlieland, Terschelling en Ameland. Dat is een bizar verhaal. In 1839 vergaat een Amerikaans schip op de kust van Terschelling, geladen met vaten cranberries. De geneeskrachtige en conserverende werking is dan al in de zeilvaart bekend, met name om scheurbuik te voorkomen. Een groot aantal vaten spoelt aan op Terschelling en naburige eilanden. Jutters vinden de vaten, maar laten ze achter in de duinen omdat de zure inhoud waardeloos leek. Als de vaten vergaan, schieten de cranberries wortel in de vochtige veengrond achter de duinen, zo luidt de verklaring.

Op de website fabulaflora lezen we wonderlijke geschiedenis van de oorsprong : 'Algonquin Indianen gebruiken cranberry om het gif uit pijlwonden te halen, bij blaasontsteking en als rode grondstof voor het verven van kleding en tapijten. Toen Nederlandse kolonisten in de 18e eeuw in aanraking kwamen met het traditionele gebruik van dit besje raakten zij geïnteresseerd in de effectiviteit en gingen er verder onderzoek naar doen. De geneeskrachtige werking bij scheurbuik werd ontdekt en al gauw werd het een zeer gewild kruid in de Amerikaanse scheepvaart. Duitse kolonisten gaven het de naam ‘Kraan-beere‘ (kraan-bes), omdat de bloem van lepeltjesheide op de snavel van een kraanvogel lijkt. Later is dit in het Engels verbasterd naar ‘cranberry’.

Zo zie je maar, de geschiedenis wordt soms, of misschien wel meestal, bepaald door toeval.

Vandaag (zaterdag) wordt extreme hitte verwacht, het wordt voor ons een strandmiddag. Onze buren aan de steiger, en onverwacht veel andere zeilboten vertrekken in alle vroegte vanmorgen met de vloedstroom richting Friese kust, waarschijnlijk gealarmeerd door de heftige windverwachting voor de komende dagen. Wij plannen een overtocht in de komende week naar Texel, maar brengen de zondagse Vaderdag nog door op Vlieland. De kinderen hebben iets georganiseerd, we wachten in spanning af !

Als we boodschappen gaan doen, steken we nog even aan bij de nieuwe viskraam op de hoek van de Badweg. Daar hebben we eergisteren de eerste Hollandse (?) Nieuwe gegeten, die fantastisch smaakte. Er moeten er weer een paar aan geloven, ondanks de Vlielander prijs. Ze mogen dan tegenwoordig uit Noorwegen komen, de smaak is er niet minder om.

Vroeger had mijn Oom Gerrit, een neef van moeders kant, in de Dorpsstraat  de enige slagerij op Vlieland. Na zijn dood heeft het pand meerdere bestemmingen gehad, van viswinkel tot (vis)restaurant. Tot onze verbazing is er nu weer een traditionele slagerij met Vlielander specialiteiten gevestigd. Het blijkt uitgebaat door de nazaat van een vroegere concurrent van Oom Gerrit.

Ons strandbezoek vanmiddag wordt geen succes. In eerste instantie valt er nog te genieten van een waterig zonnetje, maar na een uurtje trekt de wind aan, en begint de lucht te betrekken. Terug op de boot vallen de eerste druppels, en volgens de buienradar zullen dit niet de laatste zijn.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten