Op 27 april staat Alexander voor de deur om Wim en mij naar Maasbracht te brengen. De bedoeling is een Linssen 410 (lengte 12.55 m) van Maasbracht naar Scharendijke over te varen. Op vrijdagmiddag varen we de Maas op, na een korte inspectieronde over de boot, die ruim twee jaar stilgelegen heeft. De beide Vetus-Deutzen grommen gemoedelijk, en met een knoop of drie stroom mee schieten we met zo'n 10 knopen SOG in noordelijke richting. Sluis Heel wordt door Rijkswaterstaat vergroot, en is gesloten voor de recreatievaart. We moeten noodgedwongen een ommetje maken door Roermond , en passeren daar sluis Linne en sluis Roermond. Bij Venlo 'nemen' we sluis Belfeld. Rond 20:00 leggen we aan in het 'Leukermeer', voor een magnetronmaaltijd en een rustige nacht. Op zaterdagochtend vertrekken we rond 7:00, en na een half uurtje varen doemt sluis Sambeek al op, een groot complex. We varen verder de Maas af, en vermijden zo de drukke Waal. Via de sluizen bij Grave en Lith, die we allemaal zonder noemenswaardig oponthoud kunnen nemen, komen we via de Bergse Maas, Hollands Diep, Volkeraksluizen en Krammersluis 's avonds tegen 20:00 voor de sluis bij Bruinisse. Het weer is dan al totaal omgeslagen, het lijkt wel herfst met regen en harde wind. Een tegenvaller is dat de brug bij Bruinisse gestremd is. Na een half uurtje wachttijd draait alles gelukkig weer, maar dan is het al zo laat dat we direct na de sluis aanleggen en van weer een magnetronmaaltijd en een welverdiende nachtrust genieten. Op zondagmorgen vertrekken we naar Scharendijke, en leggen de Linssen tegen de verkoopsteiger. De kop is eraf wat het vaarseizoen betreft !
Gevaren 133 zeemijl (bijna 250 km), 9 sluizen gepasseerd, hoogteverschil tussen Maasbracht en Scharendijke rond 25 meter.
