maandag 29 juni 2015

Harlingen




Maandag 29-6. De buren die bij ons gestapeld liggen, moeten de middagboot naar Harlingen van 13:00 halen (ze laten de boot onbewoond tot het weekend liggen). Wij passen ons aan en vertrekken eigenlijk te vroeg qua getij, maar het is prachtig weer, en het is geen straf om wat langer op het water te zitten. De route van vandaag voert ons door een stukje oud Schuitengat, de Slenk, de Westmeep, de Vliestroom, een sluiproute door het Pannengat, Blauwe Slenk (ook gedeeltelijk sluiproute), en als laatste het vaarwater langs de Pollendam naar Harlingen. De weinige wind die er is, varen we dood dus het ijzeren zeil staat de hele reis bij, zij het op een laag pitje. Golven zijn er niet, anders dan van passerende schepen.

We genieten van prachtige vergezichten, met zo nu en dan een slapende zeehond op een zandbank, hiernaast een foto van een zeehond met jong.

Harlingen komt eindelijk in zicht, bij de Tjerk Hiddessluis moeten even wachten, we kunnen met een binnenvaartschip in de grote sluis schutten. In de jachthaven van de HWSV is net nog een box vrij, na ons komen er nog veel boten binnen die gestapeld worden.
Met de fiets halen we bij AH boodschappen voor de komende dagen, en genieten van een rustige avond buiten in de kuip. Dat is een luxe die nog niet veel meegemaakt hebben deze vakantie.







Dinsdag 30-6. John haalt ons op, we doen een dagje Akkrum. Het belooft een tropische dag te worden, in de tuin wordt het opblaasbare zwembad opgetuigd en gevuld. Samen met John duiken we dan hun sloep in, die problemen heeft met de koelwatervoorziening. We verplaatsen het waterfilter tot een stukje boven de waterlijn, verleggen en korten hier en daar de slangen in, en kijken de waterpomp na om uit te sluiten dat die valse lucht aanzuigt. Als we hierna de motor starten, spuit er meteen een dikke straal koelwater uit, operatie geslaagd dus.

Na de lunch halen oma en opa Thijs uit school, we herkennen hem bijna niet. Hij heeft sinds ze op vakantie zijn geweest naar Zuid-Frankrijk een hele andere look met z'n korte haar, hij ziet er nog ondeugender uit. De rest van de dag wordt besteed aan luieren en spetteren in de tuin, watergevechten, en genieten van Thijs en Joris.


De middag wordt afgesloten met een heerlijke BBQ, en 's avonds genieten we na in de tuin, waar het eindelijk begint af te koelen. 
Als de zon al lang onder de horizon is verdwenen, brengt John ons terug naar de jachthaven in Harlingen. Dit was een heerlijk dagje buiten de boot !







de gevaren route naar Harlingen vanaf Terschelling :










zondag 28 juni 2015

Weekend op Terschelling


Zaterdag 27-6. Eindelijk lijkt de zomer aangebroken. Er staat een frisse harde NW wind, maar de zon schittert aan de hemel en zorgt voor warmte in de beschutting. We doen de  weekend boodschappen en genieten in de zon bij het Groene Strand van een prachtig uitzicht over de Waddenzee. Het is druk met zeil- en motorboten, en bruine vloot schepen die richting Terschelling komen. Wij krijgen stapelburen, en de gemeentehaven van Terschelling ligt stampvol met bruine vloot.

Aan de haven staat een niet te missen karakteristiek gebouw : 'Het Wakend Oog'. Nu een koffietent, maar vroeger het wachthuisje aan de haven, dat diende om de vissers van het eiland bescherming te bieden als zij bij zuidelijke stormen hun drooggevallen schepen moesten bewaken.

Later was 't  het verzamelpunt van de zeebonken die wachtten op de kreet 'Guusjen'. Dat was het teken dat er bij storm en ontij iets te bergen viel voor de beroemde bergingssleepboten van Doeksen. In rustiger tijden werden er, vooral door de oude garde, de sterke verhalen verteld.

Wikipedia meldt dat 'het oorspronkelijke gebouw was opgetrokken uit wrakhout, later werd het door de zoon van burgemeester Pierre Eschauzier van Terschelling herbouwd en opgetrokken uit steen. Het gebouw is mogelijk herbouwd om als vrijmetselaarstempel te kunnen dienen. In en op het gebouw bevinden zich diverse vrijmetselaarssymbolen, zoals het Alziend oog, passer en winkelhaak en als hoogste punt op het dak geplaatste piramides'.

Er zijn een aantal gevelstenen met prachtige teksten ingemetseld. En een bankje voor de sterke verhalen vertellers staat er nog altijd. Jammer dat nu de oude generatie ontbreekt, die de jaren tussen WO I en WO II en daarna heeft meegemaakt. Dat waren de jaren met onbetrouwbare oude schepen, slechte communicatie- en navigatieapparatuur, en nog niet opgeruimde mijnenvelden die tot veel spraakmakende scheepsrampen leidden,


Op Terschelling heerst een cultuur van het in ere herstellen van oude schepen. Tegenover onze steiger ligt een gerestaureerde reddingsboot, de 'K.F.Sluys', van 1948-1972 gestationeerd in Enkhuizen. De boot werd in 1972 voor 15001 gulden gekocht door Klaas Toxopeus, oud-schipper van de Insulinde. De thuishaven werd Oostmahorn. De volgende eigenaar verbouwde de boot zonder enig respect, en door verwaarlozing dreigde het einde in de jaren ‘90; er restte nog slechts een kaal casco. Onder regie van de publicist Jan Heuff van Terschelling werd de boot prachtig gerestaureerd.

Dan een tweetal foto's van de al in een eerdere blog genoemde Brandaris, die er schitterend bijligt. Het stuurhuis is origineel, toen het schip als jacht werd verbouwd werd het stuurhuis in z'n geheel verwijderd en geschonken aan het Reddingmuseum. Vanuit het Reddingmuseum dus nu weer terug op de 'Brandaris' !

De laatste foto is van de eerste ijzeren motorreddingboot, de 'Jhr JWH Rutgers van Rozenburg'. Deze reddingboot werd in 1907 door Daan Goedkoop in Amsterdam voor de Noord- en Zuidhollansche Redding Maatschappij gebouwd, en in Scheveningen gestationeerd. Later verhuisde dit scheepje naar het Zuiderzeestation Lemmer. Nadat het uit dienst werd gesteld voer het voor diverse eigenaren als sleper en als jacht.

De 'Rutgers van Rozenburg' is door Terschellingers weer helemaal in oude staat teruggebracht,  De rompvorm van deze boot vind je onmiskenbaar terug in de 'Brandaris', met name de steile steven en de spitse achtersteven. Opmerkelijk is dat de nieuwste reddingboot NH1816 van de KNRM ook weer een steile steven heeft om het gedrag in zeegang te verbeteren. Door scheepswerf Damen wordt de steile boeg een  innovatie genoemd ('bijlsteven'), in feite dus niets nieuws onder de zon !  Meer info : zie hier








Zondag 28 juni.  We wonen een PKN- kerkdienst bij in de oude Westerkerk van West-Terschelling. De kerk dateert uit 1653, en overleefde als een van de weinige gebouwen de aanval van de Engelse vloot in 1666, waarbij bijna heel West Terschelling werd platgebrand. Er zijn maar weinig kerkgangers, daarvan is een flink percentage vakantiegasten.

Dat was op 14 juni 2015 wel anders, toen ds. Jan Andries de Boer uit Winkel, ook wel bekend als de 'Rockdominee' een dienst verzorgde. Er was geen plaats voor psalmen of gezangen, de U2 coverband zong liederen van U2. De Kerk zat tjokvol en zelfs het plein voor de kerk zag zwart van de mensen. Jammer dat we niet twee weken eerder Terschelling hebben aangedaan !


Na de lunch bezoeken we het Terschellinger Museum 'Het Behouden Huys', genoemd naar het huis op Nova Zembla waar Willem Barentsz met zijn bemanning overwinterde.

Barentsz was een Terschellinger koopman, zeeman en cartograaf, die vooral op aandringen van de Amsterdamse dominee en cartograaf Plancius meerdere expedities naar de Noordelijke IJszee ondernam om een noordelijke route naar Indië te zoeken.
Wikipedia vermeldt het volgende :

"In 1596 vertrok Barentsz voor de derde keer naar het noorden, opnieuw met Van Heemskerk. De naam van hun schip is niet bekend. Initiator voor deze derde reis was de voormalige Zuidelijke Nederlandse cartograaf en dominee Petrus Plancius. Dit keer voer Barentsz vanaf Scandinavië niet oostwaarts, maar noordwaarts. Hij ontdekte een eiland dat hij Veere eiland noemde (het tegenwoordige Bereneiland) en verder noordelijk, op 80° 11' NB, een land dat hij Het Nieuwe Land noemde (het huidige Spitsbergen). Terug op Bereneiland, werd de expeditie gesplitst. Een schip, onder Jan Corneliszoon Rijp, probeerde westelijk van Spitsbergen een doorvaart te vinden. Barentsz onderzocht de zeeën tussen Spitsbergen en Nova Zembla.

Barentsz slaagde er inderdaad in de noordpunt van Nova Zembla te ronden, maar kwam daarna vast te zitten in het ijs. Van aangespoeld drijfhout, grotendeels afkomstig van het door het pakijs kapotgebeukte schip werd een huis gebouwd, dat bekendstaat als Het Behouden Huys, waarin vervolgens de winter werd doorgebracht. De volgende lente werd een extra sloep gebouwd, zodat de zeventien opvarenden naar de bewoonde wereld konden terugkeren. Barentsz echter stierf een week na het vertrek. Zijn mannen keerden wel terug naar Kola, waar ze werden opgepikt door een Nederlands handelsschip onder commando van hun voormalige medereiziger Jan Corneliszoon Rijp. Gerrit de Veer maakte van deze tocht een reisverslag. Hij beschreef op 24 januari 1597 een zonsopgang, twee weken eerder dan verwacht. Voor het verschijnsel is pas in 1998 een verklaring gevonden; een arctische luchtspiegeling, die bekendstaat als het Nova Zembla-effect. Van de 17 opvarenden van Barentsz' derde reis zouden maar 12 opvarenden Nederland levend terugzien."


In het museum kopen we een exemplaar van het boek '1666 : Het Vlie brandt' van de historicus Anne Doedens en de Vlielander Jan Houter, met daarin de beschrijving van de Engelse raid op Terschelling, en de vergelding daarvan door de Nederlanders onder aanvoering van Michiel de Ruyter. Vanavond wordt dat met rooie oortjes gelezen.

Intussen is het gaan regenen, we fietsen zonder beschermende kleding terug naar de jachthaven. Bij aankomst komt er net een groot 58 ft motorjacht binnen, dat probeert achteruit in te parkeren op de plek waar tot vanmorgen de 'K.F. Sluys' lag afgemeerd. Achterop wapperde een vlag met het KNMC logo, door broer Marc altijd gekscherend de 'Kan Niet Manoeuvreren Club' genoemd. Ook dit lid doet die reputatie eer aan. Eerst probeert hij de achter ons liggende gestapelde zeilboten te vermorzelen, daarna krijgt de achterligger aan zijn steiger een beurt. De gasten aan boord lijken niet te weten wat je met een landvast kunt doen, de havenmeester moet met z'n RIB meerdere keren de voorsteven tegen de steiger duwen. De hele jachthaven staat inmiddels te kijken, hoe uiteindelijk met pijn en moeite het sein 'voor en achter vast' kan worden gegeven.

's Avonds gaan we lekker eten bij eetcafe Storm in de Torenstraat. Louter goede beoordelingen op internet. En dat is te merken, de zaak zit vol tot de laatste plaats vol, we wachten aan de bar onder het genot van een drankje en een hapje aan de bar. Dit adres is een aanrader.

vrijdag 26 juni 2015

De Brandarissen


De naam 'Brandaris' is onlosmakelijk met Terschelling verbonden, het eerste waar je aan denkt is de oudste vuurtoren van Nederland.

Wikipedia meldt er het volgende over :

"De naam is een afleiding van Sint Brandarius, een heilige waarnaar het huidige dorp West-Terschelling in de Middeleeuwen was vernoemd. Sommige mensen denken dat de naam is afgeleid van Sint-Brandaan, een zeevarende heilige, maar dat is nooit bewezen.
De eerste Brandaristoren werd in 1323 gebouwd, om voor schepen, op weg naar Amsterdam, via de Zuiderzee, de nauwe opening tussen Vlieland en Terschelling te markeren. De Hanzestad Kampen betaalde mee aan de eerste vuurtoren. 
Het eiland Terschelling verplaatste zich geleidelijk, daardoor stortte de eerste Brandaris omstreeks 1570 in zee. 

Het heeft tot 1592 geduurd voordat men aan de constructie van een tweede toren begon, maar deze stortte in voordat hij klaar was, omdat er slechte bouwmaterialen waren gebruikt. De huidige toren stamt uit 1594. 
In 1837 werd de Brandaris de eerste Nederlandse vuurtoren met een draaiende Fresnellens. Elektrificatie volgde in 1907. De lamp met elektrische aandrijving werd in 1920 geïnstalleerd. In 1977 kreeg de vuurtoren een lift. In 1994 werd het 400-jarig bestaan van de toren gevierd. Het licht is nu volkomen automatisch.
Door inwerking van weer en wind en zoute zeelucht is regelmatig onderhoud aan de Brandaris noodzakelijk. In 2010 is de toren in opdracht van Rijkswaterstaat geheel opnieuw gevoegd. De toren heeft speciale vogelverlichting om te voorkomen dat vogels er tegenaan vliegen."



Een goede tweede waar je aan denkt is de beroemde reddingsboot met de naam 'Brandaris'.
Het reddingswezen is mede ontstaan in het rijke maritieme verleden van Terschelling. Mijn eigen grootvader en overgrootvader, beide bekende loodsschippers, en nog meer familieleden hebben in die maritieme historie hun eigen plaats, daar ben ik in eerdere blogs al eens op ingegaan.

Door de ligging van de Waddeneilanden achter verraderlijke zandbanken in zee hebben er zo lang de zeescheepvaart bestaat, bij storm en ontij rampen met schepen plaatsgevonden. Onverschrokken eilandbewoners trachtten al vroeg met roeiboten, en later speciale roeireddingboten bij strandingen de onfortuinlijke opvarenden te redden, vaak in zware stormen met hoge zeegang, en met gevaar voor eigen leven.

Zo zijn op Terschelling met deze roeireddingboten vele schipbreukelingen gered. Maar er vielen ook slachtoffers onder de redders. In 1880 sloeg de boot van West (-Terschelling) om. Vijf redders lieten het leven. In 1908 sloeg een latere roeireddingboot van West met vijf geredden aan boord om en vonden drie redders de dood. Zelfs met beter materiaal bleven ongelukken niet uit : de motorreddingboot 'Brandaris' verging in 1921 met man en muis in de buurt van Vlieland. Nog in 1981 sloeg de motorstrandreddingboot 'Nicolaas Marius' in de branding om, waarbij de stuurman omkwam.

Terschelling kreeg in 1923 een nieuwe reddingboot die ook weer 'Brandaris' werd genoemd. Deze boot heeft enkele spectaculaire reddingen uitgevoerd. De bekendste is de redding van de 26 opvarenden van de Poolse vrachtvaarder 'Katowice', die in een vliegende storm op de Terschellinger gronden verdaagd was. Schipper Douwe Tot kreeg hiervoor een grote gouden medaille. In totaal werden er rond 550 schipbreukelingen behouden aan wal gebracht. Het schip werd in 1960 vervangen door de zelfrichtende motorreddingboot 'Carlot'. De 'Brandaris' deed nog enkele jaren dienst op het station Scheveningen en werd in 1966 van de sterkte afgevoerd.

Het schip werd door een particulier gekocht en totaal onherkenbaar verbouwd. In 2011 kon de 'Stichting Behoud oudste Motorreddingboot ter Wereld' de totaal verwaarloosde 'Brandaris' voor een symbolische prijs overnemen. De romp bleek nog in goede staat, en met behulp van vele sponsoren en spontane giften kon een ingrijpende restauratie beginnen bij scheepswerf Talsma in Franeker. (zie hier)

Na sloop van de niet originele delen en herstel van de opbouw, stond de oorspronkelijke stuurkap er in maart 2010 weer op. Twee weinig gebruikte identieke Kromhout motoren vervingen de oude motoren, die kapot gevroren en het aanzien niet meer waard waren. De gemeente Terschelling wilde de 'Brandaris' in een tot museum omgebouwde tonnenloods annex expositie ruimte plaatsen. In afwachting daarvan werd besloten de reddingboot voorlopig in de haven af te meren. Eind april 2013 vond de feestelijke oplevering bij scheepswerf Talsma plaats en op 3 mei arriveerde de 'Brandaris' op Terschelling, gesleept door de museum-motorreddingboot 'Suzanna' uit Lauwersoog.

Gelukkig eindigde de 'Brandaris' niet op de wal : een sponsor betaalde een premie om het schip weer vaarklaar te maken. De 'Brandaris' werd door de 'Suzanna' opgehaald en naar Zaandam gebracht. In mei 2014 keerde de 'Brandaris' op eigen kracht terug naar Terschelling, een plaatje om te zien. Er worden regelmatig tochten met betalende gasten gemaakt.
Verslag van de officiële ingebruikstelling :  filmpje

donderdag 25 juni 2015

Terschelling


Donderdag 25-6. We hebben er lang op moeten wachten, maar dit belooft een zomerse dag op de Wadden te worden. In de ochtend doen we nog even boodschappen en snuiven voor het laatst de Vlielandse duin- en bosgeuren op. Als we langs de Wadkant van het dorp terugfietsen, zien we een vlakke Waddenzee en een matige ZW wind, alle ingrediënten voor een mooie tocht van Vlieland naar Terschelling. De afgelopen dagen heb ik geprobeerd de meest recente info over de diepte van het Schuitengat te vinden, maar verder dan 3 cm droogvallend bij LAT ( = 1,45 m bij NAP) kom ik niet. Vandaag is doodtij, met de laagste waterstand deze week, maar er wordt in verband met de windrichting een verhoging van 16 cm voorspeld. Dat zijn minnen en plussen.

De uitdaging is groot om de route te varen, en onder deze weersomstandigheden kan er weinig misgaan, als het te ondiep blijkt keren we terug en nemen we alsnog de geijkte route. Dus we proberen het gewoon. Vanaf Vlieland hebben we flink de stroom mee, we varen alleen op de genua, te vroeg op de ondiepte kunnen we niet hebben. HW is om 15:56.Als ik de Brandaris oproep om de actuele waterstand op Terschelling te vragen, zijn we niet verstaanbaar. Vreemde zaak, we moeten alle verbindingen maar eens controleren, want de ontvangst is prima, het zenden gaat niet goed. Tot nu toe was dat geen probleem.

Tussen een Noordkardinaal en de eerste gele ton SG-A varen we dan rond 14:15 (1:41 voor HW) het Schuitengat binnen. Groot is de verbazing als de dieptemeter niet onder de 2,5 meter diepte komt, en al gauw na de SG-C in de richting van 8-10 meter oploopt. Aan de kleur van het water is duidelijk te zien, dat we tussen een aantal zandbanken door varen. De haveningang van Terschelling ligt al snel voor ons, in ruim een uurtje zijn we over van Vlieland naar Terschelling ! De gevaren route in hieronder opgenomen.

De jachthaven Dellewal ligt helemaal achter de gemeentehaven, hier waren we in 2008 voor het laatst. Aan steiger 3 is net een plaatsje vrijgekomen, we passen er bij wijze van spreken met de schoenlepel tussen. Voor en achter nauwelijks een meter ruimte, maar wij zijn er erg content mee. We kijken zo de Waddenzee op. We boeken bij de vrouwelijke havenmeester voor 4 nachten, voorlopig gepland vertrek is maandag 29 juni. Alles is hier inclusief in het havengeld, stroom, water, WIFI, zelfs de wasmachines en wasdrogers zijn onbeperkt kosteloos te gebruiken. We pakken de vouwfietsen uit en genieten van een wijntje in de zonnige kuip. Het rijtje stickers waarmee je aangeeft het havengeld betaald te hebben, breidt zich uit. Texel, Vlieland, Terschelling, een mooie reeks !




























de hele route

detail Schuitengat















woensdag 24 juni 2015

Vlieland in alle gedaanten


Woensdag 24-6. Onze tijd op Vlieland zit er bijna weer op, we hebben tot donderdag betaald en willen dan eigenlijk naar Terschelling vertrekken, ijs en weder dienende.
Deze week is erg wisselvallig geweest, zon, regenbuien, windstilte en windkracht 6 wisselden elkaar af. Voordeel van het leven op een boot is dat je ieder zonnestraaltje opvangt. En op onze vouwfietsen maken we ondanks de weersomstandigheden heel wat kilometers door duin en bos. Na een regenbui snuif je de heerlijkste geuren op uit de natuur. 's Avonds en 's morgens is het best fris, maar dankzij de kachel kunnen we het knus houden in de kajuit.

Op de steigers is het een komen en gaan van boten, onze buren hoor ik praten met hun buren over de tocht naar Terschelling via het Schuitengat. Uit nieuwsgierigheid en om eventuele ervaringen te horen schuif ik even aan, en dan blijkt dat ze met verouderde kaarten werken, De Schuitengat betonning is recent een flink stuk in westelijke richting verplaatst, en dan sta je toch gek te kijken als je aankomt bij de oude route en er is geen ton te zien. De buren zijn dankbaar voor de info, en vanaf de duintop bij de Fortweg kan ik ze met de verrekijker volgen tot ze de haven van Terschelling binnenlopen. Via de AIS zie ik dat bruine vloot schepen ook vanaf half tij het nieuwe Schuitengat nemen, dus wij kunnen er met onze diepgang waarschijnlijk ook wel door. Kleine complicatie is dat het donderdag doodtij is, dat betekent minder water.

Woensdagmorgen lijkt het een mooie dag te worden. Het zonnetje schijnt, en de temperatuur is aangenamer dan eerder deze week. We draaien een was, vullen de water- en brandstoftank en doen boodschappen. 's Middags starten we al fietsend een rondje Vlieland. Als we uit de beschutting van de bossen het schelpenpad door de duinen bereiken, merken we al dat het hard is gaan waaien. In korte tijd is de ZW wind aangewakkerd tot Bft 6, de pittige hellingen in het fietspad zijn met zo'n tegenwind nauwelijks nog te nemen. Op 3 km van het Posthuis geven we ons gewonnen, kijken op de duinen nog even naar de woeste zee en laten ons dan door de wind terug blazen naar het dorp Oost-Vlieland.

Onderstaand een paar sfeerplaatjes van deze fietstocht, en de voorbereide alternatieve routes naar Terschelling. Op het laatste moment beslissen we welke route het wordt.

Als we terug zijn aan boord, ga ik bij het binnenlopen van de bruine vloot kijken. Het lijkt wel of iedereen onder deze omstandigheden Vlieland wil aandoen. De meeste schippers zijn ware kunstenaars in het aanlopen van de nauwe havenmond, die nu geteisterd wordt door een gierende ebstroom en daarbovenop 6 Bft dwarswind. Een schipper die kennelijk de zenuwen iets minder in bedwang heeft, zet zijn schuit halverwege de havenmond vol in de palen, wat een angstaanjagend gekraak van scheurend hout teweegbrengt. De naam van het schip zal ik hier maar achterwege laten. De havenmond  is nu geblokkeerd, een aantal achteropkomende zeiljachten moet vlak voor de haven halsbrekende toeren uithalen om vrij te blijven. Een kwartiertje later ligt iedereen veilig afgemeerd, en binnen een uur is de wind bijna helemaal gaan liggen.

Als afscheid van Vlieland genieten we 's avonds in het havenrestaurant 'de Dining' van een lekkere gegrilde zeebaars. Het uitzicht daar is magnifiek, langs een woud van masten van de bruine vloot kijken we uit overeen Waddenzee die zo vlak als een spiegel aan het worden is.













zondag 21 juni 2015

Het Schuitengat


Zondag 21-6. (Vlieland) - In alle vroegte klettert de regen tegen de ramen en huilt de wind door de verstaging. Op de weerkaart liggen drie lagedruk kernen op de loer voor de Waddeneilanden en de nodige fronten denderen over ons heen. Geen hogedrukgebied met stabiel mooi weer te bekennen in de omgeving van Nederland.

's Avonds en 's morgens gaat de kachel aan. Geen vakantie- en zeilweer zoals je zou wensen in deze tijd van het jaar. maar we houden goede moed en ieder weergaatje zullen we benutten om te varen. En eens moet het toch gaan zomeren, zou je denken, en hoop doet leven.

Meerdere buren vertrekken, ondanks het slechte weer. Dik ingepakt in zeilpakken en reddingsvesten, waarschijnlijk zit hun vakantie er op. Gelukkig trekken de buien na lunchtijd weg, en straalt er een heerlijk zonnetje. Een fietstocht door de bossen wordt beloond met heerlijk frisse bosgeuren. Het lijkt wel dat iedereen weer tot leven komt !



Nu we niet aan het strand kunnen liggen, is er tijd om nog eens nauwkeurig de ontwikkelingen rond het Schuitengat te bestuderen.  Op bijgaande uitsnede van de officiële zeekaart wordt de aanloop naar Terschelling weergegeven. Het Schuitengat is de vaargeul naar de haven van Terschelling, direct onder de zandplaat Noordsvaarder.

Vroeger liep het Schuitengat door in westelijke richting, en vormde de hoofdverbinding met het vaarwater Stortemelk, dat naar zee leidt, en de Vliestroom, die het begin is van de vaargeulen naar Harlingen. Tot de jaren negentig in de vorige eeuw was dit de route die de veerboten dagelijks voeren, tot het Schuitengat plotseling dichtslibde en de doorgang naar het Stortemelk werd afgesloten. Rijkswaterstaat heeft nog enige tijd geprobeerd door baggeren de hoofdverbinding naar Terschelling open te houden, maar van de natuur konden ze het in dit geval niet winnen.

Door de grote hoeveelheden water die bij iedere eb en vloed de Waddenzee in- en uitstromen, veranderen de ligging van geulen en de lokale dieptes voortdurend, maar dit was wel heel heftig. Noodgedwongen baggerde Rijkswaterstaat de 'Slenk' uit, een geul dwars door de Groote Plaat naar de Meep. Deze smalle geul moet dagelijks worden gebaggerd. Een mooie indruk van het gebied krijg je met deze drone opname : filmpje

Intussen gaat de natuur z'n gang en lijkt het oude Schuitengat weer terug te keren. De afsluitende zandplaat is nog maar een paar honderd meter breed, en het lijkt een kwestie van tijd voordat die doorbreekt of doorgebaggerd kan worden. Er is zelfs tijdelijke gele betonning uitgelegd (zie bigaand kaartje, de SG-A t/m SG-K betonning). Bij hoogwater kunnen ondiep stekende schepen er op eigen risico overheen. Mensen die er gevaren hebben, melden wel branding en brekers op de zandplaat aan de Noordzeekant als er binnenlopende deining is.

Dat enige voorzichtigheid geboden is, blijkt uit de foto's die de KNRM maakte bij de recente jaarlijkse Harlingen-Terschelling roeirace, die door het Schuitengat voerde. Sommige bemanningen moesten uitstappen om weer op de juiste koers te komen.



Tot slot een fragment uit de lokale pers (via Skylgenet), waaruit blijkt hoe graag de Terschellingers hun Schuitengat weer in ere willen herstellen :


' Terschellingers graven eigen vaargeul
 19 juli 2013  13:53

Zeven Terschellinger ondernemers zijn eigenhandig begonnen met het uitgraven van het Schuitengat bij Terschelling. Dat schrijft de Leeuwarder Courant vrijdag. 
Met de actie willen de eilanders Rijkswaterstaat aansporen zo snel mogelijk het Schuitengat uit te baggeren. Het Schuitengat vormt een kortere route naar de Vlieree en daarmee naar Harlingen en Vlieland. Volgens VVV-directeur Roelan Schroor in de Leeuwarder scheelt het naar Vlieland meer dan de helft en naar Harlingen zo’n 20 minuten varen.

Het Schuitengat was vroeger al de vaarroute naar het eiland, maar begin jaren negentig verzandde het Schuitengat en werd de huidige route door de Slenk en de Meep uitgebaggerd. Deze route wordt nu op diepte gehouden door dagelijks baggeren, maar is zo smal en zo kronkelend dat er volgens raadslid Guus Schweigmann vroeg of laat wel eens iets flink mis moet gaan tussen de beroeps-, plezier- en snelvaart daar.

Rijkswaterstaat liet in 2011 weten niks te zien in het opnieuw uitbaggeren van het Schuitengat. Volgens hen moet de natuur bij de vorming van vaargeulen eerst het werk doen, maar is dat in het Schuitengat niet het geval. De Terschellingers zijn het daar echter niet mee eens en zeggen dat de situatie sindsdien flink is veranderd. De zandbank zou nog amper 200 meter breed zijn en tijdens hoogwater staat er al een meter water op. Ook zou er geulvorming zijn.

Schweigmann zegt in de Leeuwarder het beleid van Rijkswaterstaat inconsequent te vinden. “Ze stellen dat bij het onderhoud van de vaargeulen de natuurlijke weg moet worden gevolgd, maar ze hebben destijds zelf de Slenk op kunstmatige wijze op diepte gebracht en sindsdien moet er continu gebaggerd worden. Dat is toch ook tegen de morfologische ontwikkelingen van de Waddenzee in?”

Rijkswaterstaat laat aan de krant weten financieel niet de middelen te hebben om twee vaargeulen in stand te houden. De baggervloot vanuit de Slenk naar het Schuitengat verplaatsen vinden ze te riskant: mislukt de proef in het Schuitengat en verzandt de Slenk snel, zit het eiland in een isolement.
Volgens de instantie worden de geulen rond Terschelling ieder half jaar bekeken, maar kunnen ze nog niets met het Schuitengat. “Het klopt dat de bank smaller wordt. De verlaging zet ook door, maar we kunnen er nog niets mee. We zien nog geen structurele veranderingen”, aldus Jan Roelof Witting van Rijkswaterstaat tegenover de Leeuwarder '

zaterdag 20 juni 2015

Vlieland over het Wad


Zaterdag 20-6. Vanmorgen bijtijds opstaan : de optimale vertrektijd in verband met het tij is rond half tien. Voordat je weg kunt is er altijd een hele waslijst zaken voor te bereiden en af te handelen. De weerberichten spreken elkaar tegen : sommige voorspellen Bft 5 bij Vlieland, hier in Oudeschild in de haven waait het nauwelijks. We wagen het er maar op. Eenmaal buiten de haven staat er een lekker windje, de koers is bezeild, dus de zeilen gaan omhoog. Het blijkt een fantastische tocht te worden. In het begin is het nog roetkoud, de geitenwollen sokken moeten aan en de mutsen op. Maar als het wolkendek breekt en het zonnetje erbij komt, wordt het genieten. Tot aan de ondieptes van het Scheurrak kunnen we zeilen, dan wijzigt de koers naar het noorden en dat is precies de richting waar de wind naar geruimd is. Dus zeilen weg en motor aan, die gaat ook niet meer uit tot Vlieland.

in de havenmond
Als Texel van de horizon is verdwenen, tekenen de contouren van Vlieland zich af. Vlak na de ondiepte in de Omdraai hebben we even de stroom tegen, maar daarna zien we op de GPS de snelheid steeds oplopen. Dit gebied wordt de laatste jaren steeds dieper, we kunnen flink buiten de tonnen varen en zo stukken afsteken. Als we de laatste hindernis voor Vlieland (de zandplaat Richel) ronden, loopt de zeedeining lekker binnen. We zien verschillende zeehonden nieuwsgierig de kopjes boven water steken. Op de laatste mijlen, als we weer een zuidelijke koers moeten varen naar de haven, staat er onvermijdbaar een gierende stroom tegen. We draaien tegen de stroom de vertrouwde havenmond in en zoeken aan de H-steiger een mooi plaatsje, box nr 25. Zoals zo vaak deze vakantie, was dit een tocht met onvoorspelbare omstandigheden, deze keer pakte het fantastisch uit.

Bij de havenmeester boeken en betalen we voorlopig 5 nachten. Mogelijk blijven we langer, misschien nemen we een kijkje op  Terschelling en Ameland. De uitdagingen daar zijn het nieuwe Schuitengat dat bij Terschelling aan het ontstaan is, en de vaarroute Oosterom onder Terschelling door naar Ameland, nu voor onze diepgang net mogelijk. Veel hangt af van de weersomstandigheden, we zien wel.

box nr H-25

















de gevaren route














vrijdag 19 juni 2015

Herfst op Texel


Donderdag / Vrijdag 18-19 juni. De weergoden zijn ons niet erg gunstig gezind ; mooie perioden wisselen snel af met minder mooie. De temperatuur is ver beneden normaal, en de wind is altijd prominent aanwezig, met tussendoor een regenbui. We doen per vouwfiets inkopen in Den Burg, de hoofdgemeente van Texel, fietsen in de omgeving van Oudeschild en happen de eerste nieuwe haring. Strandweer is het helaas niet.
Donderdag is de vaardag met betalende gasten van de 'Texelstroom'. Op het havenhoofd zien we 's middags de 'Texelstroom' in de verte over het Wad aan komen zeilen, na binnenkomst gaan we even buurten. We hebben mooie herinneringen aan de tocht vorig jaar met de oude loodsbotter van Oudeschild naar Maassluis en weer terug ter gelegenheid van het 400-jarig bestaan van Maassluis (zie de betreffende blogs van mei 2014).

Vrijdagmorgen klettert de regen in alle vroegte tegen de ramen, we draaien ons nog maar een keertje om. Dan gaat de telefoon, Roel en Emmy van de Compromisclub hebben ons zien liggen en nodigen ons uit voor de koffie. Een leuke gelegenheid om bij te praten. Roel vaart een Bavaria 36, maar is nog steeds lid van de Compromisclub. Onderweg treffen we nogal eens leden van de club, dat zijn leuke contacten.
's Middags maken we en fietstocht rond Oudeschild, en eten een lekker visje bij de Oude Vismarkt. 's Avonds gaat voor het eerst dit seizoen de kachel aan.

Bij dit weer is er na de lunch volop gelegenheid om onze voorgenomen reis (op zaterdag of zondag a.s.) over het Wad naar Vlieland voor te bereiden. Voor diegenen die de Wadden niet kennen : het is een gebied waar het per dag twee keer hoog water is, en twee keer laag water. Bij laag water vallen grote gebieden droog. Het verschil tussen laag- en hoogwater is in het westen 1,5 meter, in het oosten tot 3 meter. Bij laagwater ziet het er van boven zo uit :

Duidelijk waarneembaar zijn de stroomgeulen tussen de eilanden, waar het water door eb en vloed naar binnen en weer naar buiten stroomt. Ongeveer halverwege de eilanden liggen zogenaamde wantijen, daar ontmoeten de vloedstromen rond beide kanten van een eiland elkaar. Daar staat geen stroom, rond de eilanden zijn de wantijen de ondiepste plekken van het wad.

Door de geulen en over de wantijen is het mogelijk om bij hoog water 'binnendoor' van het ene eiland naar het andere te varen, uiteraard afhankelijk van de diepte ter plaatse en van de diepgang van de boot. De diepte wordt door Rijkswaterstaat met enige regelmaat gemeten, en in de belangrijkste doorgangen is betonning uitgelegd. Door her grillige karakter van de Waddenzee varieert de diepte nogal, en moet de betonning regelmatig worden verlegd. Soms verdrogen doorgangen helemaal of ontstaan juist nieuwe.

Het maken van een tocht zoals van Oudeschild op Texel naar Vlieland vergt dan ook een gedegen voorbereiding, en begint met het verzamelen van actuele dieptes onderweg en de juiste getijgegevens. Daar is de maanstand van invloed : het getij is het gevolg van de aantrekkingskracht van zon en maan. Als zon en maan ten opzichte van de aarde in elkaars verlengde staan, is er twee dagen later sprake van springtij, precies daartussen doodtij. Bij springtij komt de vloed hoger en de eb lager dan normaal. Nieuwe maan valt dit jaar op 16 juni, dus staat er a.s. zaterdag 20 juni bij vloed ca 30 cm meer water op de wantijen dan bij doodtij. Verder moet je,  rekening houdend met je vaarsnelheid, ervoor zorgen dat je voor het tijdstip van hoogwater bij het ondiepste punt op je route bent. Mocht je vastlopen, dan komt er altijd nog een beetje water bij waardoor je loskomt.

Rekening houdend met bovenstaande, ziet onze geplande route naar Vlieland er op een overzichtskaart uit als hieronder weergegeven. Als je de route uitzet en vaart, gebruik je kaarten met veel meer details. De te varen afstand is 30 zeemijl, ongeveer 6 uur varen.

overzichtskaart route























detailkaart ondieptes


woensdag 17 juni 2015

Waddeneiland Texel


Den Helder uit
Woensdag 17-6  Al rond 7:30 vaart een zeilboot onze jachthaven voorbij naar de Koopvaardersschutsluis, op weg naar zee.
Wij zitten net aan het ontbijt, maar gooien even later ook los om mee te kunnen schutten. Helaas is de sluiswachter zo snel dat de sluisdeuren al dicht zijn als wij in de buurt komen en ons per marifoon melden. Het oponthoud voor de sluis duurt maar kort. We gaan hier van zoet naar zout, even opletten dus. De Moormanbrug, die we ook moeten passeren heeft spertijd van 7:00 tot 8:10 voor het ijverige marinepersoneel, dus daar moeten we even wachten. Een aantal grote schepen gooit bij de brugopening ook los, maar alles gaat heel gedisciplineerd.

De weersverwachting is niet goed, er is een stormwaarschuwing Bft 6, en later op de dag wordt regen verwacht. Vandaar ons vroege vertrek, met als bijkomend voordeel het staartje van de vloedstroom richting Oudeschild.
Van de Verkeerscentrale Den Helder krijgen we toestemming direct naar buiten te varen. Dat is een meevaller, want bij iedere beweging van marineschepen in en buiten de haven wordt de pleziervaart compleet stilgelegd. Zou dat gebrek aan vertrouwen in de stuurmanskunst van onze Jannen zijn ?

Vanaf de eerste kardinale ton die we tegenkomen gaan we in een rechte lijn richting Oudeschild. Met een harde ZW wind (Bft 5-6), voor de vloedstroom en het zeetje weglopend is het prima zeilen met alleen de genua uit. We komen een paar zeilboten tegen die op de motor richting den Helder varen, die gaan onder deze omstandigheden flink te keer.  Na een uurtje zijn we al voor de haven, geven twee uitvarende bruine vloot schepen vrije doortocht en varen dan de haven van Oudeschild binnen.

Het aanleggen voor de harde wind op de voor ons vertrouwde stek aan steiger A is nog even een uitdaging, maar verloopt volgens het boekje. Met de elektriciteitsaansluiting vlak voor de deur staat de Nespresso in recordtijd op tafel. Het eerste Waddeneiland dit vaarseizoen zorgt voor het ultieme vakantiegevoel ! We bevrijden de vouwfietsen uit de bakskist en halen iets lekkers voor bij de koffie en de ingrediënten voor een lekker avondmaal.

Bij terugkomst lopen we Joop uit Hilversum tegen het lijf, die bij ons aan de steiger blijkt te liggen. We kennen Joop en Geer uit de tijd dat Marc en Els en een vaste kern van pensionado's de oude jachthaven van Vlieland gedurende de zomermaanden vrijwel bezet hielden. Na de ombouw en vergroting van die jachthaven bleven de ouwetjes weg, die vonden het niet gezellig meer. Joop is inmiddels 82 maar zeilt nog steeds, ondanks een protesterend lichaam. Een mooi voorbeeld dat je tot op hoge leeftijd nog kunt zeilen..

De ZW wind waait nu echt door, we besluiten de boot 180 graden te draaien om wat meer beschutting in de kuip te hebben. Voor de komende dagen  komt de wind voornamelijk uit westelijke richting.

de gevaren route