dinsdag 30 juli 2013

Boefjes aan boord


Zaterdag 27-7 halen we Arnold en Bart thuis in Ouderkerk op en nemen ze mee naar Akkrum om de 3e verjaardag van Thijs te vieren. Op de heenreis naar Akkrum steken we aan bij de Bataviawerf, en kijken even naar dat prachtige schip de 'Batavia'. Arnold is helemaal in de piratensfeer, hij heeft thuis een tekening van een piratenschip gemaakt, die verrassend goed lijkt op de Batavia. De meer dan levensgrote ankers maken diepe indruk, evenals de piratenkistjes aan boord. 's Avonds gaan de jongens mee terug naar Maassluis.

We hebben beloofd dat we van daaruit naar de boot zullen gaan, die belofte wordt maandag ingelost. Als Bart aan boord van de 'Chip' stapt, vindt hij dat gewiebel maar niks. Dat had ie onlangs in Enkhuizen ook al. Na een rondje over de 'Chip' met uitleg over van alles, waaronder de geheimen van de ankerkist, speelt het gewiebel al snel geen rol meer en springen Arnold en Bart (beide gehuld in zwemvest) met gemak van de boot op de steiger en andersom. We drukken ze op het hart zich op de boot altijd goed vast te houden, en dat nemen ze perfect ter harte, je zou denken dat ze met zeebenen geboren zijn. Geen wonder in een familie met zoveel zeerotten in de afgelopen eeuwen. Ze vermaken zich prima met krabben vissen, een bezoekje aan de speeltuin of zomaar een rondje over de jachthaven. De slaapplaats van de mannen is ingericht in de punt. Na het eten van oma's pannenkoeken is Bart helemaal uitgeteld en valt hij als een blok in slaap. Arnold mag met opa nog een rondje maken over de jachthaven, en daarna kan ook hij geen pap meer zeggen.

De nachtrust duurt niet zo lang, om half zeven 's morgens wil Arnold alweer gaan beginnen met krabben vissen, we hebben moeite om hem af te remmen. Na douche en ontbijt is het dan eindelijk zover. De Kustwacht laat een windwaarschuwing voor B6 uitgaan, dus varen is er vandaag niet bij, dat zal tot een volgende keer moeten wachten. Halverwege de dinsdag  pakken we alles in en gaan terug naar Maassluis.

Verwachting van 14:00 tot 02:00 uur:
Vlissingen : zuidwest 5-6 tijdelijk krimpend zuid en mogelijk enige tijd 7,geleidelijk buiige regen,zicht goed, in neerslag matig
Zierikzee : zuidwest 4-5 tijdelijk krimpend zuid en mogelijk enige tijd 6,geleidelijk buiige regen,zicht goed, in neerslag matig
Hoek van Holland IJmuiden : zuidwest 5-6 tijdelijk krimpend zuid, later ruimend west,geleidelijk buiige regen,zicht goed, in neerslag matig

We zijn blij dat we zaterdagnacht niet op de Grevelingen waren (bericht van de site van de KNRM) :

Top drukte voor reddingstation Ouddorp
Goeree-Overflakkee – In de nacht van zaterdag op zondag 28 juli hebben zich op de Grevelingen angstige situaties voorgedaan. Rond half twee alarmeerde het Kustwachtcentrum KNRM Ouddorp met een melding van diverse jachten in de problemen nabij het eiland Ossehoek op de Grevelingen. De gehele nacht tot half zeven zondagochtend is de bemanning van reddingboot Griend in slechte weersomstandigheden met harde wind, tot windkracht 8, en oplopende golfhoogte in actie geweest.

Volledig verslag op  http://www.knrm.nl/service/reddingrapporten/?contentID=6BADB3B0

woensdag 24 juli 2013

Trieste gang


De reden dat we onze voorgenomen en voorbereide reis naar Engeland niet hebben uitgevoerd, en midden in het seizoen weer thuis zijn, is de ernstige ziekte van Nico, de jongste broer van Irene. Nadat we op 11 juli zijn teruggekeerd naar huis, blijkt dat een maar al te juiste beslissing te zijn geweest. Op 16 juli overlijdt Nico, in het bijzijn van veel familie en vrienden, op de veel te jonge leeftijd van 62 jaar.
Na een indrukwekkende en overweldigend bezochte uitvaartdienst in zijn geliefde geboorteplaats Loosduinen wordt Nico op 22 juli bijgezet in het familiegraf van Nel.
Half augustus gaan we weer waarschijnlijk weer op reis met de 'Chip' richting Wadden, als de grote vakantiedrukte voorbij is.

donderdag 11 juli 2013

Chip weer thuis

donderdag 11-7. We vertrekken 9:45 uit Willemstad, op weg naar de nabijgelegen Volkerak sluis. Daar is het proppen, we kunnen er nog net bij.
drukte in de Krammersluis
broodjes halen voor de lunch 
Verder een rustige tocht op de motor naar de thuishaven, via de Krammer sluis en de Grevelingen sluis, beide druk maar we passeren zonder incidenten. We arriveren 14:30 in Herkingen, waar een verrassing wacht : onze box is bezet. Na overleg met de havenmeester wordt dat opgelost en gaan we inpakken en schoon schip maken. We eten aan het eind van de middag nog aan boord om de files op de A15 te ontwijken. Dat lukt helaas niet, want de Botlektunnel blijkt uit voorzorg afgesloten door een haperende luchtverversing. We nemen het pontje van Rozenburg naar Maassluis, op die gedachte zijn meer mensen gekomen. We moeten een paar pontpassages wachten, maar dan zijn we eindelijk weer in Maassluis.

We kunnen terugkijken op een qua weer bijzondere vakantie, met veel wind. We hebben nog nooit zoveel gezeild onder zulke slechte omstandigheden. Op het moment zelf soms best wel spannend, maar je leert je schip wel kennen en je grenzen verleggen. En achteraf zijn het stuk voor stuk prachtige ervaringen. De bemanning is er door gehard en zal in de toekomst daar wellicht nog eens profijt van hebben. Technisch gezien heeft alles 100% gefunctioneerd, en dat is in de beginjaren nog wel eens anders geweest.

De gevaren route :











woensdag 10 juli 2013

Willemstad, 'The longest day'


woensdag 10-7 Vertrek Scheveningen : 08:00, aankomst Willemstad 17:30, 47 zeemijlen (=87 km) met recht 'the longest day' van de vakantie. Als we uit Scheveningen vertrekken, zien we een strakblauwe lucht en een matig windje, hoewel de verwachtingen een stuk slechter zijn. In het noorden is wel een over de hele horizon een donkere streep zichtbaar, waarschijnlijk een koufront dat in de weerberichten terug is te vinden als een daling van temperatuur. We zien het front met een flinke snelheid dichterbij komen, en de wind neemt beetje bij beetje continu toe.
Tegen de tijd dat we bij de Maasgeul in het verlengde van de Waterweg zijn, wordt het zicht ook slechter, in de koude lucht condenseert de waterdamp tot een soort zeenevel. Met de aangehaalde wind is ook de zee flink aangeschoten, de ebstroom giert rond de nieuwe Maasvlakte en de stroming van de rivieren Rijn en Maas moet ook z'n weg naar zee vinden.

Dit alles maakt de oversteek van de Maasgeul altijd weer tot een avontuur. Op rond een mijl voor de Maasgeul melden we ons keurig aan bij de verkeerspost, die dient te worden aangesproken met 'sector Maasmond'. De verkeerspost meldt altijd of je oproep is ontvangen, en geeft standaard opdracht om uit te luisteren op kanaal 3. Ze zeggen niet of je veilig kunt oversteken, dat is en blijft je eigen verantwoordelijkheid. Pas als ze zien dat er een probleem ontstaat, wordt je opgeroepen met de boodschap dat je moet uitwijken. Of juist je snelheid en koers moet behouden, als andere scheepvaart voor je uitwijkt.
Tijdens de oversteek bij hebben we de motor bij staan. We zien in de verte schimmen van snelvarende zeeschepen, die we ook via de AIS op de digitale kaart op het computerscherm met naam, positie, snelheid kunnen zien ten opzichte van onze eigen positie. In ons geval kunnen we zonder problemen in een ruk doorvaren. Het is druk met een flinke groep overstekende zeilers, achter ons zijn verschillende uitwijkmanoeuvres nodig. Voor een zeiler zonder marifoon die blindelings oversteekt moet een groot schip uitwijken. Gelukkig loopt alles zonder ongelukken af.

Eenmaal in de luwte van de Maasvlakte gaat de motor uit, en klotsen we met hoge snelheid onder zeil op de ebstroom verder. We zijn tot hier zo snel opgeschoten, dat we eigenlijk veel eerder dan gepland, voor de kentering van het getij het Slijkgat naar Stellendam invaren, en dus de stroom nog tegen hebben. Het Haringvliet wordt gespuid via de spuisluizen in de  Haringvlietdam, wat een behoorlijke ebstroom zelfs bij het begin van de vloed veroorzaakt. Intussen is de wind strek aangewakkerd tot een dikke windkracht 5, dit wordt het zwaarste deel van de tocht. We reven de genua, en later draaien we die helemaal weg als het laatste deel van de route in de richting noordoost  niet meer bezeild is, en al stampend en motorzeilend lopen we de Goereese sluis bij Stellendam aan. De aanloop is gedeeltelijk voor de 17 spuisluizen in de Haringvlietdam langs, een imposant gezicht maar erg onprettig qua stroming.

Na de sluis varen we op het Haringvliet, onder de beschutting van de oevers lijkt het of je in een andere wereld terecht komt. Hier waait het niet meer dan windkracht 4, en  we varen onder een langzaam zich blootgevend zonnetje. Naar onze bestemming Willemstad is het dan nog 18 zeemijl (34 km) varen, maar dat is geen straf met deze wind op de prima bezeilde route, bijna halve wind. De wind varieert erg door de oeverbegroeiing, en laat zich soms even gaan tot windkracht 5, maar voor ons is dit deel van de tocht de kers op de taart.
Halverwege de tocht horen we op de marifoon plotseling de oproep 'hallo - hier de Almine'. Het blijkt broer Marc, die na de verkoop van de Almine de marifoon heeft behouden, en vanaf het balkon op 11-hoog in Spijkenisse ons bijna kan zien varen. We babbelen even, een leuke ervaring !

De Haringvlietbrug doemt op, we passen in het middengedeelte er precies onderdoor, en dan zien we Willemstad liggen. Bij het binnenvaren  praaien we de havenmeester, er zijn geen ligplaatsen meer vrij, we moeten maar bij een schip langszij gaan liggen. We leggen aan bij een ouder echtpaar met een Pikmeerkruiser. De vermoeide spieren krijgen eindelijk rust, en we genieten in een zonnige kuip van een bakkie en later een wijntje.

Om deze vakantie voorlopig af te sluiten, laten we ons lekker culinair verwennen in restaurant de 'Rosmolen', die we nog van vorige gelegenheden kennen (aanrader !). We zitten achter ons bord nog steeds te schommelen alsof we in het Slijkgat varen. Als de laatste druppel van een lekker flesje wijn onze tongen heeft gepasseerd, wandelen we door een uitgestorven Willemstad terug naar de Chip, waar we als een blok in slaap vallen.

Morgen de laatste loodjes naar de thuishaven Herkingen, met de passage van liefst drie sluizen : Volkerak-, Krammer-, en Grevelingensluis. Meestal in de vakantietijd met veel onervaren sluisvaarders geen pretje, maar vaak wel stof voor borrelpraat. We laten het maar op ons afkomen.... (figuurlijk bedoeld, uiteraard)

de gevaren route :


dinsdag 9 juli 2013

Scheveningen


dinsdag 9-7. We vertrekken om 08:30 uit de marina IJmuiden, na eerst een paar Zweden op weg geholpen te hebben met hun tweedehands gekochte J, die ze zelf naar Zweden willen varen. Ze hebben het over de staande mastroute naar Delfzijl , maar hebben alleen een overzeilerkaart voor de Noordzee bij zich. Ze zijn van plan van Leeuwarden naar Groningen te varen, en kijken verbaasd als ik zeg dat dat echt niet gaat, en dat ze via het Lauwersmeer moeten varen. Ik geef ze nog meer aanwijzingen, en doneer ons overjarig ANWB routeboek voor de staande mastroute, in de hoop dat ze er daarmee uit kunnen komen. Ze denken volgens ons dat op ieder vaarwater een wegwijzer naar Zweden staat. De J waarmee ze varen heeft geen hoog vrijboord, we hopen maar dat ze de Duitse bocht ongeschonden doorkomen.

Wij hebben te maken met een zwak noordoostelijk windje om naar Scheveningen te varen, terwijl we speciaal een route onder de kust hebben uitgezet vanwege de door de Kustwacht aangekondigde windkracht 5. Die is er dus niet, we motoren richting havenhoofden die ver in zee liggen, en trekken alvast het zeil omhoog. We motorzeilen een stuk, laten het zeil zakken, en halen het later weer omhoog, stoppen de motor als er iets meer wind komt. Die cyclus herhaalt zich nog een keer, tot de wind besluit naar het Noorden te draaien en steeds harder te gaan waaien, en de motor definitief uitgaat. Met de sterke ebstroom schieten we lekker op, we zien Zandvoort, Noordwijk en Katwijk voorbijschuiven.
Tegen de tijd dat Scheveningen in zicht komt staat er een dikke windkracht 5, en een sterke swell van zeker twee meter. Het zicht is niet optimaal, we zien weliswaar de contouren van Den Haag, maar het duurt lang voordat we de havenhoofden kunnen onderscheiden. Een halve mijl voor de Scheveningse haven is het een drukke bedoening. Een visboot maakt water, en roept om de KNRM. We zien de reddingboot naar buiten scheuren. Uit het KNRM rapport :

"Scheveningen, 9 juli 2013

Dinsdagmiddag om tien over een gaan de piepers van de bemanning van reddingstation Scheveningen: Prio 1: vaartuig maakt water. Het blijkt te gaan om de SCH 159. Het vaartuig maakt langzaam water door een beschadigde pijp in het dek. Rond kwart over een verlaat de reddingboot Kitty Roosmale Nepveu (Kitty) de Scheveningse haven en zet koers richting de SCH 159. De Kitty is snel ter plaatse en twee opstappers worden samen met een pomp overgezet. Terwijl de pomp in werking wordt gesteld lukt het de opstappers om de pijp afdoende te dichten. In eerste instantie kan het vissersvaartuig zelf de terugtocht aanvangen, maar als de motor stopt wordt er een sleepverbinding gemaakt en wordt de SCH 159 teruggesleept naar Scheveningen..
Tijdens het slepen komt er een melding binnen van de SCH 87. De visser is net vertrokken, maar heeft problemen met de koeling van de motor. In eerste instantie lijkt het alsof ook de SCH 87 door de reddingboot naar binnen zal moeten worden gesleept, maar uiteindelijk houdt de motor van het schip het vol tot in de haven van Scheveningen. De SCH 87 meert af aan de dichtstbijzijnde steiger.
De Kitty vaart al tussen de pieren van de haven als een zeilschip de verkeerscentrale oproept met de melding dat zij de koeling van hun motor niet vertrouwen en graag onder zeil de haven in willen varen. Mede door de twee schepen die al problemen hebben kan de centrale hier geen toestemming voor geven, de wind valt tussen de havenhoofden immers vaak weg en het schip zou op dat moment onbestuurbaar worden. De schipper van de zeilboot besluit hierop toch zijn motor te gebruiken en ook deze motor houdt het vol.
Nadat de Kitty de SCH 159 veilig naar zijn vaste plek heeft gebracht, keert de reddingboot terug naar de SCH 87 en wordt ook deze visser bij zijn vaste steiger afgeleverd, waarop de Kitty retour station kan."

Verschillende zeilers gaan een gevecht aan met hun zeilen in de nu helse aangeschoten zee, die nog wordt versterkt door de gierende stroom. We steken een stuk zee in, om voor wind en golven, en op de motor met het grootzeil nog op om het slingeren te dempen, de haven aan te lopen. Eenmaal binnen de pieren is het bergen van het zeil een eitje. In de jachthaven komt nu iedereen tegelijk binnen, en met noordenwind vormt die haven een venturi waar niet mee te spotten valt, een soort windtunnel. De havenmeesters raken de kluts kwijt, die kunnen zoveel schepen tegelijk niet aan, wij krijgen wel drie plaatsen aangewezen.

volle bak in de haven ...
We zoeken de beste uit, en liggen dan prachtig met de kont naar het zuiden tegen de steiger. We boffen dat de 'Chip' uiterst wendbaar is, die draait om z'n as. Sommige binnenkomers verdagen aan lager wal, en moeten dan door een van de havenmeesters in een RIB worden weggetrokken. Het is nog even spannend als er links en rechts pogingen gedaan worden om ons te rammen, maar als we buren krijgen is dat gevaar ook geweken.
Na een lekker bakkie in de zonnige kuip gaan we even op de boulevard een ijsje eten. Op de terugweg fourageren we bij de Jumbo en vishandel Roeleveld aan de haven, vanavond schaft de pot sliptong, en voor bij het koude witte wijntje om 5 uur een paar lekkere Hollandse Nieuwe.

de gevaren route :


aanloop haven

maandag 8 juli 2013

De CHIP als sleepboot


maandag 8-7. Klokslag 09:00 verlaten we de Compagnieshaven, na eerst de dieseltank tot de rand volgetankt te hebben. We spoeden ons naar het Naviduct, de sluis die toegang geeft tot het Markermeer. We hebben geluk, bij de aanloop gaan de lichten op groen en varen we met de schepen die liggen te wachten, de sluis in. Het niveauverschil is minimaal, dus kunnen we er snel aan de andere kant weer uit. De route voert ons bijna in een rechte koers richting Amsterdam, we moeten alleen om de vuurtoren 'Het Paard van Marken' op Marken heen. De motor staat aan, we trekken de genua erbij, de koers is bijna recht voor de wind. Het waait stevig, we maken een mooie snelheid. Het nadeel van een voordewindse koers is dat de golven recht van achter inkomen. Het waait een dikke windkracht 4, en de golven bouwen zich snel op tot een hoogte van rond de meter. De 'Chip' giert dat het een lieve lust is, je kan het roer geen seconde alleen laten. Maar op zich vaart het rustig met langzaam onder het schip doorlopende golven, waardoor je continu vertraagt en dan weer versnelt. Wij zijn de enige op deze koers, we zien hier en daar een zeilboot halve wind varen. Na Marken gaan we 20 graden stuurboord uit, even giert het wat minder, maar het gaat harder waaien en binnen de kortste keren gieren we er weer op los. Tegen de tijd dat we in de aanloop naar de Schellingwoudebrug en de direct daarachter gelegen Oranjesluizen zitten, waait het een dikke windkracht 5. Eenmaal in de beschutting van de stad merk je weinig meer van de wind. De brug en sluis draaien drie keer per uur, wij komen perfect getimed aan, en kunnen  meteen door, een meevaller. Amsterdam is zoals gewoonlijk een gekkenhuis, boven de tunnel van de Noord-zuid route wordt ballast gestort. Er is maar een klein gaatje vrij, waar alle ponten, rondvaartboten, binnenvaart en de pleziervaart doorheen kunnen. Het Noordzeekanaal is een lang saai stuk om te varen, we trekken de genua erbij en lopen meteen over de 6 knopen, op rompsnelheid.

het slachtoffer
Tegen half zes komen we aan bij de sluizen van IJmuiden, we horen via de marifoon dat er in de sluis het zeilschip 'Tabra' ligt dat z'n motor niet gestart krijgt. De sluiswachter meldt per marifoon dat hij de brug en de sluis weer sluit en dat een volgend zeilschip hem misschien eruit kan helpen. Als ik de sluiswachter per marifoon meldt dat wij graag geschut willen worden, blijkt hij ons bedoeld te hebben als sleepdienst. Mijn eerste vraag is hoe groot dat schip wel is, zijn antwoord is ontwijkend, dat moeten we zelf aan de hulpbehoevende vragen. Als de sluis opent, zien we de Tabra liggen, een groot stalen schip van rond 13 meter met een bordje 'te koop' erop (zie advertentie). We leggen aan naast het slachtoffer, de schipper meldt dat de startmotor weigert. Hij heeft de marina gebeld, die ongeveer een kilometer verderop ligt, en die hebben de KNRM gewaarschuwd. Als de sluis nu aan de zeezijde opent, is de KNRM nog in geen velden of wegen te bekennen, wij fungeren als sleepboot langszij en zowaar komt de trein in beweging. Wij zien er geen brood in de hele reis naar de marina met deze ballast af te leggen, het risico dat de sleep met de sleper ervandoor gaat is veel te groot. We parkeren de Tabra keurig af tegen het remmingswerk, wat al een klein wonder genoemd mag worden van klein duimpje met die reus naast zich. We gooien los en vervolgen onze reis naar de marina, waar we op M19 een heerlijk plaatsje in de zon vinden. Na 8 uur varen nemen een roseetje in de kuip !

De gevaren route :

zondag 7 juli 2013

Arnold's feestje



zondag 7-7 . De havenmeester heeft een nachtje kunnen slapen over de oplossing van ons probleem met de dubbel geboekte box, we kunnen verkassen naar box K-1. We moeten de hele marina rondvaren, maar de box direct naast de langssteiger is inderdaad leeg en wordt door ons bezet. Even na tienen gaan we per vouwfiets op weg naar het 'Sprookjesbos' waar Arnold vandaag z'n 5e verjaardag viert met ooms, tantes, neefjes en oma en opa.
Het Sprookjesbos is een soort kleine Efteling, moet je gezien hebben ! Als we daar aankomen, is iedereen net gearriveerd. Louise en Louis hebben een bolderkar aangeschaft, die is afgeladen met de verjaardagstaart, eten, drinken en snoep voor de hele dag. We beginnen met een aubade voor de jarige Arnold, en snijden na het uitblazen van de kaars in de vorm van een 5, de prachtige en lekkere chocoladetaart aan.
We volgen de route langs bekende sprookjes, de jongens vinden het prachtig. Tussendoor speeltuinen, klimapparaten en glijbanen, dierenverblijven, bootjes in een wildwaterbaan, te veel om op te noemen. En voor de inwendige mens wordt continu gezorgd. Als in de loop van de middag de vermoeidheid langzamerhand bij iedereen begint toe te slaan, verkast het gezelschap naar de jachthaven.

Oma verzorgt pannenkoeken voor de jonge garde, de ouderen doen zich tegoed aan allerlei lekkernijen uit de plaatselijke vishoreca. Tegen zessen worden de auto's voor de thuisreis naar Ouderkerk en Akkrum ingeladen, voordat ze goed en wel van het haventerrein af zijn, slapen de jongens al. Het was een reuze geslaagde dag ! Oma en opa puffen uit in de kuip onder het genot van de nodige Nespressootjes.
Morgen vertrekken we bijtijds richting IJmuiden op weg naar de thuishaven.



zaterdag 6 juli 2013

Enkhuizen


zaterdag 6-7  's Morgens is John al vroeg present in Makkum om z'n gezin weer compleet te maken. We nemen afscheid tot morgen als we elkaar weer in Enkhuizen zien. Om ca 10:30 varen we de marina uit en zetten koers naar Enkhuizen. Het is vrijwel windstil, en een zo goed als golfloos IJsselmeer ligt voor ons.
De motor knort tevreden, stuurautomaat gaat aan, Irene verpoost op het voordek terwijl de schipper z'n krantje kan lezen. Het is een schitterende tocht, heel anders dan we tot nu toe dit jaar hebben meegemaakt. Het watersportvolkje is en masse ontwaakt, het is behoorlijk druk op het water. Zo nu en dan moeten we de stuurautomaat opdracht geven even uit te wijken, sommige Germanen kennen het verschil tussen BB en SB niet, en de kapitein van de veerboot Enkhuizen-Stavoren lijkt wel dronken. Hoe meer we uitwijken, hoe meer hij op ons afstuurt. Als we hem na het passeren nakijken, blijkt hij continu een zigzagkoers te varen, hoewel hier toch geen vijandige onderzeeƫrs te zien zijn. Rond half vier lopen we de buitenhaven van Enkhuizen aan, hier is het zo druk dat we ervan afzien hier aan te leggen in verband met ons programma van morgen. We varen naar de Compagnieshaven, waar het ook een drukte van belang is. We krijgen een box toegewezen, die naar achteraf blijkt morgen weer vrijgemaakt moet worden. De gezamenlijke havenmeesters kunnen het probleem nu niet oplossen, we moeten morgenochtend verleggen naar een plek die dan hopelijk vrijkomt.
Irene verschalkt een schol en de schipper twee tongen op een terras aan de haven. We moeten oppassen dat de kraaien en meeuwen de vis niet van ons bord bietsen. In een heerlijk avondzonnetje genieten we na in de kuip met een Nespresso.
De gevaren route :

vrijdag 5 juli 2013

Makkum


vrijdag 5 juli - Donderdagavond levert John Mariska en Thijs af  bij de 'Chip'. Ze blijven slapen, en varen vrijdagmorgen mee naar Makkum. Als we om negen uur de jachthaven uitvaren, kunnen we meteen als laatste boot mee de sluis in om naar het zoute water geschut te worden. Het is een drukte van belang, het mooie weer heeft de watersport doen ontwaken. Langs de Pollendam lijkt het wel filevaren richting Vlieland en Terschelling. Ook de richting Kornwerderzand is behoorlijk druk. Thijs vindt het allemaal machtig interessant, wij genieten vooral van het mooie weer. We motoren, de wind laat het grotendeels afweten. Geholpen door de ebstroom zijn we snel bij de sluizen van Kornwerderzand. We zien de brug voor de sluis openstaan, en varen volgas om nog mee te kunnen. De brugwachter waardeert onze inspanning en wacht nog even met het sluiten van de brug. En dan zitten we na de sluis al weer op het IJsselmeer.


In Marina Makkum krijgen we een plaatsje aan de E-steiger.
De middag brengen we voor het grootste deel door op het strand, Thijs is niet uit het water te slaan.
Bij terugkomst spoelen we het zand van de lijven in de douche, en wordt Thijs verwend met pannenkoeken van oma. Als we hem te kooi brengen, is hij binnen de kortste keren vertrokken naar dromenland. Wij genieten in de kuip van pasta met grote knoflook garnalen.
Morgen keren de logees weer huiswaarts en varen wij door naar Enkhuizen, waar zondag de verjaardag van kleinzoon Arnold gevierd wordt.


woensdag 3 juli 2013

Harlingen

woensdag 3 juli - De weerberichten voor woensdag zijn aanvankelijk niet zo gunstig, de kustwacht meldt in het dagelijkse marifoonweerbericht om 08:05 dat het zicht matig tot slecht zou zijn met later kans op mist. Als we echter naar buiten kijken is het glashelder en staat er een windje kracht 4, volgens mij de beste garantie dat er juist geen mist komt.
Er zijn meer mensen die het plan hebben opgevat om te vertrekken, en dat blijkt niet zonder problemen te gaan met een stevige zuidwesten wind die dwars op de vingerpieren staat.
jachthaven Vlieland
In de Vlielandse jachthaven is het zo dat de steigers alfabetisch genummerd zijn, de C-steiger is voor de grootste boten, die boxen hebben de grootste breedte en lengte, en de tussenruimte tot de volgende  steiger is aangepast aan de lengte van de schepen die daar liggen. Bij iedere steiger staat met grote cijfers aangegeven voor welke scheepslengte de steiger geschikt is. Maar lezen is kennelijk moeilijk voor het scheepsvolk. Aan het einde van de jachthaven is een landingsplaats voor de SAR helicopter van de luchtmacht, die daar regelmatig landt als er schietoefeningen zijn op de Vliehors zijn.  De steiger daar ter plaatse is alleen toegankelijk voor motorboten, de masten van zeilboten zijn daar te gevaarlijk voor de heli. Er staat met koeienletters een waarschuwing met de beperkte toegelaten hoogte, en er is een ketting gespannen in de doorvaart tussen de H- en K steiger om te voorkomen dat zeilers de waarschuwing in de wind slaan.  Maar gisteren was er een platbodem die waarschijnlijk het verhaal had gelezen van Michiel de Ruyter die op de Thames een ketting doormidden voer en dacht ‘dat kan ik ook’. En ja hoor, nu hangen er twee stukken ketting recht naar beneden en is de doorvaart vrij.

Wij liggen aan de H-steiger, dat is de steiger die aan het eind van de haven onmiddellijk naast de zojuist beschreven motorbootsteiger ligt. Geschikt voor boten met een maximale lengte van 9 meter, ik zeg wel eens gekscherend hier liggen de armoedzaaiers.  Die plaats is zeer gewild, je ligt er rustig met prachtig uitzicht op bos en duin. En dat is kennelijk aantrekkelijk voor diegenen die zich diep in de schulden hebben gestoken om eindelijk die veel te grote boot te kunnen kopen. Er liggen dus een aantal te grote boten in te kleine boxen, en de tussenruimte tussen de steigers wordt heel krap om te manoeuvreren.  En geen havenmeester die de moeite neemt om te controleren of iedereen wel ligt op de plek waar hij hoort. Waar zijn de tijden gebleven van havenmeester Lammert, die als een vorst zijn jachthaven regeerde ! Hij liet niet over zich lopen. De huidige havenmeesters zie je niet meer op de steigers.
Deze lange inleiding was nodig om te kunnen begrijpen dat foutliggers bij vertrek met hun eigenwijsheid worden geconfronteerd. Zo ook de eigenaar van een groot donkerblauw stalen schip, die het in de kleine ruimte wel handig vond om bij het draaien tegen de acherstevens van meerdere buren steun te zoeken, daarbij flinke blauwe strepen achterlatend. Die buren hadden ook boter op hun hoofd, want zij staken veel te ver buiten de box. Het werd een heel tumult, helemaal toen de veroorzaker doodleuk meldde dat hij niemand geraakt had, maar ja die verf die was achtergebleven op de slachtoffers kon hij toch moeilijk ontkennen. Dus werd er weer aangelegd en de schade geregeld.

Wij vertrekken (zonder de buren te raken) om klokslag twaalf uur.  Het duurt even voordat we de haven uit zijn, er komt net een groot ‘bruine vloot’ schip binnen door de smalle haveningang. Een Duitser die voor ons richting uitgang vaart denkt nog wel even tussen het manoeuvrerende bruine vlootschip en de kade door te kunnen glippen, maar komt op het laatste moment tot de ontdekking dat zoiets geen goed plan is. Eenmaal buiten de haven heerst alle rust, we hijsen de zeilen en met een prachtig windje gaan we op de laatste ebstroom het zeegat uit, en draaien om de zandplaat ‘de Richel’ richting Harlingen. Als even later de vloed doorzet gaan we met een flinke snelheid door de kronkelende vaargeulen op ons doel af. Het wordt een fantastische zeiltocht, onderweg zien we vlak naast de boot een zeehond die even z’n kop boven water steekt, ik neem aan om ons prachtige schip te bekijken.
Bij binnenkomst in de Harlinger zeehaven  staat de Tsjerk Hiddessluis al open voor een voorligger, en kunnen we direct meeschutten naar het zoete water van het van Harinxmakanaal. Vlak na de sluis, na een scherpe bocht naar stuurboord komen we in de jachthaven van de HWSV. Het blijkt erg druk te zijn met passanten, maar in de afgelopen jaren is de jachthaven flink op de schop gegaan, waardoor we toch een mooi plaatsje in een box kunnen krijgen.
De gevaren route :



dinsdag 2 juli 2013

Genieten in de natuur


Dinsdag 2 juli belooft een schitterende dag te worden. Als 's morgens om 6 uur de eerste zeilers al weer vertrekken, laat ik Irene in de kooi achter en trek de wandelschoenen aan om van de natuur te genieten. In alle vroegte is het op Vlieland oorverdovend stil, je hoort alleen de wind, de branding en de vogels. Ik maak een wandeling rond de oostelijke punt van het eiland, het is prachtig om de natuur te zien ontwaken. In het dagelijkse ritme van eb en vloed wordt het nu eb. De Waddenzee heeft een oppervlakte van 2400 km2, en bevat een watervolume van  5,4 miljard m3. Bij ieder getij wordt er 3 miljard m3 water verplaatst, per etmaal twee keer naar binnen en twee keer naar buiten, en dat moet allemaal door de zeegaten tussen de eilanden. De belangrijkste zeegaten, waar 80% van de hoeveelheid water doorheen gaat zijn het Marsdiep bij den Helder (1 Gm3), de Vliestroom tussen Vlieland en Terschelling (0,9 Gm3) en het Borndiep tussen Terschelling en Ameland (0,4 Gm3).
Door de stroming, maar ook door stormen is het zand rond de eilanden altijd in beweging. Duinen slaan weg of worden juist weer gevormd, geulen verdiepen of slibben dicht. Helmgras begint te groeien en houdt stuifzand vast. Het is een fascinerend spel van de natuur. Al wandelend kom je prachtige verstilde natuur tegen, de doorkijkjes door de duintoppen, eeuwenoude stenen waarmee ooit een strandweg is aangelegd, en de lome paarden bij de manege die na liggen te dromen van hun nacht in de buitenlucht. Dit is onthaasten.

's Middags stappen we op onze roestvaststalen vouwblitsers en rijden het eiland rond. De heenweg gaat over de schelpenpaden in de duinen. Tussen de vogel broedgebieden door en tussenbeide met verrassende doorkijkjes naar zowel Wadden- als Noordzee, want Vlieland is op sommige plaatsen amper een paar kilometer breed. Hier en daar komen we een verdwaalde fietser tegen. Het fietspad eindigt vrij abrupt bij de strandweg naar het Posthuys. We blazen even uit op het terras en komen weer op krachten met een cappuccino.
Het Posthuys dankt zijn naam aan de functie van tussenstation voor de post die in lang vervlogen tijden via Texel per boot werd aangeleverd. Uit de beschrijving van het Posthuys : "In de 17e eeuw wilden  Amsterdamse kooplieden een “posterije met paarden en sloepen”, zodat hun brieven de op de Vlierede liggende schepen zo snel mogelijk zouden bereiken, en ook om de berichten van de schepen zelf zo snel mogelijk te ontvangen. In 1677 was het zover. De “zeebrieven” deden er ongeveer tien tot twaalf uur over om op de plaats van bestemming te komen. Een postiljon snelde van Amsterdam naar Den Helder, vanwaar een postschipper de brieven naar Texel bracht. Daar stond weer een postrijder klaar voor de rit over het eiland. Vanaf Texel voer de tweede postschipper met zijn vlet naar een vast punt op de Vliehors, de grote zandplaat die de westkant van Vlieland vormt. Het Posthuys was het onderkomen van de Vlielandse postiljon. Voor dag en dauw moest hij met paard en wagen acht kilometer de Vliehors op rijden, het Texelse postbootje tegemoet. Vooral in de winter konden dat barre ritten zijn. Sneeuwstormen en dichte mist ontrokken de bosjes helm en paaltjes, die als bakens dienden, aan het zicht. De postiljon nam de post voor de schepen in ontvangst en leverde de brieven voor de heren in Amsterdam aan de schipper af. Via het Posthuys werden de brieven naar het dorp Oost-Vlieland vervoerd en vandaar per sloep naar de schepen op de Vlierede . In 1927 werd de dienst opgeheven. Blijkens een oude kaart stond er al lang voordat er een vaste postdienst was een schuurtje of huis op de plaats van het posthuys. Op een andere kaart, uit 1782, staat er al duidelijk een naam “het posthuysje”. In 1836 werd het houten gebouwtje vervangen door een stenen huis, het eigenlijke posthuys."

Zo lang ik Vlieland ken is het Posthuys al een horeca gelegenheid. Vanmiddag zit het terras vol, er zijn meer mensen op het idee gekomen een fietstocht te maken. We herkennen verschillende mensen die met hun boot in de jachthaven liggen. Een actief soort, die watersporters.
het Posthuys
Als we voldoende uitgerust zijn, kijken we bij de Kroon polders. Ik heb de oude Kroon nog meegemaakt, volgens mij zou hij zich in zijn graf omdraaien als hij dit zou zien. Zijn levenswerk was het inpolderen van een deel van de Waddenzee aan de zuidwestkant van Vlieland. Onder druk van de milieulobby zijn de dijken doorgestoken en is het land 'aan de zee teruggegeven'. Volgens mij heeft de zee geen dankjewel gezegd. Maar eerlijk gezegd is het een paradijs voor vogels, dat dan weer wel. Op de terugweg passeren we het 'Bomenland', ooit als werklozenproject opgezet in de dertiger crisisjaren, en nu een prachtig volwassen bosgebied waar je diep ademend zuurstof kunt tanken.

We kijken nog even bij het graf van een onbekende aangespoelde zeeman, waar in 1907 een gedenkbord bij geplaatst is. De tekst luidt : 'Hier rust het stof uit vroeg're dagen - geborgen in een houten kist - wilt eerbied voor deez' rustplaats dragen - daar zulks plicht en menschlijk is'. Daar wordt je even stil van. Als kind maakte een variant hiervan grote indruk, iemand had dat op de wand van het campingtoilet geschreven : 'Hier rust het stof'lijk overschot - van boterham en middagpot'.
Terug in de haven genieten we van het uitzicht vanuit de kuip, en zien we de jachthaven voor het eerst dit jaar behoorlijk vollopen met passanten. Voor de verandering is het volkomen windstil, dat hebben we lang niet meegemaakt.

maandag 1 juli 2013

Vlieland nostalgia


Maandag 1-7 Vandaag maken we een rondje Oost-Vlieland na gisteren per fiets al even de kennismaking vernieuwd te hebben met vertrouwde ervaringen zoals het weidse uitzicht, de zee- en boslucht, de geur van duinroosjes en het knetteren van de schelpen onder de fietswielen. Als ik voor mezelf spreek, dateren de eerste Vlieland ervaringen al vanaf m'n tweede levensjaar, toen ik door m'n ouders werd meegenomen op een jaarlijks terugkerende kampeervakantie in de Vlielandse duinen. Die duurde meestal van juni tot augustus, waarna het gezin als negertjes zo bruin weer naar huis terugkeerde. Ik kan dus niet helemaal objectief oordelen over Vlieland, want die ervaringen gedurende vele jaren hebben mijn geheugen in de loop van de tijd positief gekleurd.
Maar niet alleen daarom neemt Vlieland bij ons een heel speciaal plaatsje in, het is gewoon een prachtig stuk natuur. Oost-Vlieland is een heel gezellig dorp, het is tot beschermd dorpsgezicht verklaard.
De karakteristieke antieke vuurtoren is vanaf vandaag weer voor publiek geopend, dus beklimmen we onze DiBlasi's en fietsen door duin en bos naar de vuurtoren. Onderweg passeren we het kampeerterrein, dat prachtig midden in de natuur ligt. Er staan bijna alleen De Waard tenten, de enige die tegen de barbaarse omstandigheden op zo'n eiland bestand zijn.
Bij de vuurtoren aangekomen, moeten we eerst een paar honderd treden beklimmen, om de vuurtoren in volle glorie te kunnen zien.
De gietijzeren vuurtoren is een tweedehandsje, in 1909 is het bovenste deel van een van de vuurtorens in IJmuiden gesloopt en op het Vuurbootsduin op Vlieland weer opgebouwd. De oorspronkelijke toren in IJmuiden dateert van 1878, het onderste deel doet daar nog steeds dienst. In 1986 is na ruim honderd jaar de koepel bovenop de toren geheel vernieuwd, exact volgens het oude ontwerp. De basis van de Vlielandse toren zelf is maar 9,5 meter hoog, maar het Vuurboetsduin meet 42 meter, dus bij elkaar is het toch een respectabele hoogte.
In 1929 is naast de vuurtoren een uitkijkpost op palen gebouwd, van waaruit de vuurtorenwachters de scheepvaart in de gaten konden houden. Tegenwoordig zijn de meeste vuurtorenwachters wegbezuinigd, de enige torens in het Waddengebied die nog bezet zijn, zijn de Brandaris op Terschelling en de vuurtoren van Schiermonnikoog. Eigenlijk hadden die mensen ook al weg moeten zijn, maar massaal verzet van de scheepvaartsector en ook de watersport in de Tweede Kamer heeft ervoor gezorgd, dat voorlopig nog menselijke ogen de omgeving kunnen blijven afspeuren op onregelmatigheden.

Als we de toren beklimmen, ontrolt zich het prachtige uitzicht dat je vanaf het hoogste punt op het eiland hebt. In de uitkijkpost staat nog een prachtig exemplaar van een kijker die de Duitsers daar in de oorlog hebben gebruikt, en niet mee terug hebben kunnen nemen. De kijker is een fantastisch staaltje Duits vakmanschap met verbluffende optische capaciteiten. Zo worden ze niet meer gemaakt ! Het vuurtorenlicht brandt 's avonds nog steeds, het licht wordt door een fraaie Fresnel lens gebundeld. Het licht van de vuurtoren brandt twee seconden en is daarna twee seconden uit. De lampen en het glas staan stil, er draait een metalen cilinder met drie openingen, die het licht afwisselend tegenhoudt of doorlaat. Het resultaat is dat het licht vanaf buiten twee seconden zichtbaar is en twee seconden afgedekt. De toren is dus eigenlijk een groot knipperlicht, in tegenstelling tot veel vuurtorens waar de hele lens draait als een zwaailicht (zoals bv de Brandaris op Terschelling). Op de installatie staat nog een plaatje van de makers van het oorspronkelijk licht, de firma Chance Brothers uit Engeland, met als jaartal 1876. In die jaren was Chance wereldleider op het gebied van lichttechnische uitrusting van vuurtorens. Ze exporteerden over de hele wereld.

We treffen op en rond de vuurtoren verschillende boaties uit de jachthaven, kennelijk heeft de vuurtoren maritieme aantrekkingskracht. Bij het verlaten van de vuurtoren, die tegenwoordig ook als trouwlocatie gebruikt wordt, valt het oog nog op een goedbedoelde waarschuwing....

's Avonds gaan we eten in de 'Dining' , het restaurant aan de jachthaven met prachtig uitzicht op haven en Waddenzee. Nu het weer wat rustiger wordt, komt er ook meer reuring in de jachthaven. Zo langzamerhand zie je steeds meer lege plaatsen opgevuld worden.