Donderdag 23-7. Als we na douche en ontbijt het wel hebben gezien in de jachthaven St Joris in Ridderkerk, vertrekken we om half tien. De verkeersbrug in Alblasserdam kunnen we net zonder kleerscheuren passeren, de actuele doorvaarthoogte lezen we af op de brugpijler : 11,6 m, het topje van onze marifoon antenne staat op 11,2 m. De spoorbrug in Dordrecht is een meter lager, dat gaat dus niet lukken, we moeten wachten op de twee-uurlijkse brugopening, de eerste die voor ons in aanmerking komt is die van 11:12.
De aanblik van Dordrecht, de oudste stad van Nederland, is altijd majestueus als je vanuit het noorden over de Noord komt aanvaren. Met de stroom mee zijn we bijna een uur te vroeg in Dordt, we wachten op de brugopening bij een kleine aanlegplaats, die we al goed kennen van vorige passages. Even gelegenheid om bij de warme bakker lekkere broodjes voor de lunch en een paar punten appeltaart te halen, dit alles volgens het SAS dieet. De heerlijke appelpunten overleven de koffieronde niet.
De spoorbrugpassage gaat volgens het boekje, bij Zwijndrecht (onder de rook van Unimills waar ik in mijn Unilever tijd nog wel eens een klus moest klaren) draaien we de Dordtse Kil in. Dit is het drukste binnenvaartkruispunt van heel Europa, dus uitkijken geblazen. Via het Hollands Diep dat er onder een heerlijk zonnetje prachtig bij ligt, arriveren we rond twee uur in Willemstad. De havenmeester heeft op dit tijdstip zelfs nog een box weg te geven, een aanbod waar we niet lang over na hoeven te denken. Na een bezoek aan de plaatselijke Jumbo is het verder luieren geblazen, voorwaar geen straf onder deze omstandigheden !
Onderstaand fotootjes van de gemeentehaven en de jachthaven van Willemstad, die naast elkaar liggen.
Een stukje geschiedenis van Willemstad (met dank aan Wikipedia)
'Vroeger lag op de plaats van het huidige Willemstad een
gors. Toen Jan IV van Glymes, markies van Bergen op Zoom deze had laten
inpolderen, ontstond rond 1565 het dorpje Ruigenhil. Op 17 juni 1583 na de Slag
bij Steenbergen namen de Spanjaarden Steenbergen in. Willem van Oranje liet
Ruigenhil versterken tot vesting. Na diens dood in 1584 verleende zijn zoon,
Prins Maurits, de plaats in 1585 stadsrechten. Willem's stad kreeg de officiële
naam Willemstad.
Prins Maurits liet de 'Fortificatiemeester' Adriaen
Anthonisz de vesting uitbreiden tot zijn huidige vorm van een zevenpuntige
ster. De bastions op de punten van de ster werden ieder genoemd naar een van de
zeven provinciën die zich hadden verenigd in de strijd tegen Spanje. De
plattegrond van het stadje past zo goed bij de vestingwerken dat vaak gedacht
wordt dat beide tegelijk ontworpen zijn. In eerste instantie telde de vesting
vijf bastions en twee kleine forten. De vesting is later meerdere malen
verbeterd.
Ook werd, door Coenraat Norenburch, in Willemstad een
protestantse kerk gebouwd, de Koepelkerk (1607). Dit is de eerste voor de
protestantse eredienst gebouwde kerk in Nederland. Prins Maurits verleende
financiële steun voor de kerk, op voorwaarde dat deze in een ronde of achtkante
vorm zou worden gebouwd. In 1623 liet Maurits in Willemstad de Princehof bouwen
(tegenwoordig Mauritshuis). Het gebouw was vanaf 1973 het stadhuis van de
gemeente Willemstad, tot deze in 1997 opging in de gemeente Moerdijk.
Op 28 mei 1926 werd de status van vesting bij Koninklijk
Besluit opgeheven. In 1970 werd de gehele voormalige vesting, inclusief de
binnenstad en het schootsveld, tot beschermd stadsgezicht verklaard.
Er bestaat nog altijd een band tussen Willemstad en de
familie Van Oranje; één van de titels van Willem-Alexander is Heer van
Willemstad.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten