zondag 21 juni 2015

Het Schuitengat


Zondag 21-6. (Vlieland) - In alle vroegte klettert de regen tegen de ramen en huilt de wind door de verstaging. Op de weerkaart liggen drie lagedruk kernen op de loer voor de Waddeneilanden en de nodige fronten denderen over ons heen. Geen hogedrukgebied met stabiel mooi weer te bekennen in de omgeving van Nederland.

's Avonds en 's morgens gaat de kachel aan. Geen vakantie- en zeilweer zoals je zou wensen in deze tijd van het jaar. maar we houden goede moed en ieder weergaatje zullen we benutten om te varen. En eens moet het toch gaan zomeren, zou je denken, en hoop doet leven.

Meerdere buren vertrekken, ondanks het slechte weer. Dik ingepakt in zeilpakken en reddingsvesten, waarschijnlijk zit hun vakantie er op. Gelukkig trekken de buien na lunchtijd weg, en straalt er een heerlijk zonnetje. Een fietstocht door de bossen wordt beloond met heerlijk frisse bosgeuren. Het lijkt wel dat iedereen weer tot leven komt !



Nu we niet aan het strand kunnen liggen, is er tijd om nog eens nauwkeurig de ontwikkelingen rond het Schuitengat te bestuderen.  Op bijgaande uitsnede van de officiĆ«le zeekaart wordt de aanloop naar Terschelling weergegeven. Het Schuitengat is de vaargeul naar de haven van Terschelling, direct onder de zandplaat Noordsvaarder.

Vroeger liep het Schuitengat door in westelijke richting, en vormde de hoofdverbinding met het vaarwater Stortemelk, dat naar zee leidt, en de Vliestroom, die het begin is van de vaargeulen naar Harlingen. Tot de jaren negentig in de vorige eeuw was dit de route die de veerboten dagelijks voeren, tot het Schuitengat plotseling dichtslibde en de doorgang naar het Stortemelk werd afgesloten. Rijkswaterstaat heeft nog enige tijd geprobeerd door baggeren de hoofdverbinding naar Terschelling open te houden, maar van de natuur konden ze het in dit geval niet winnen.

Door de grote hoeveelheden water die bij iedere eb en vloed de Waddenzee in- en uitstromen, veranderen de ligging van geulen en de lokale dieptes voortdurend, maar dit was wel heel heftig. Noodgedwongen baggerde Rijkswaterstaat de 'Slenk' uit, een geul dwars door de Groote Plaat naar de Meep. Deze smalle geul moet dagelijks worden gebaggerd. Een mooie indruk van het gebied krijg je met deze drone opname : filmpje

Intussen gaat de natuur z'n gang en lijkt het oude Schuitengat weer terug te keren. De afsluitende zandplaat is nog maar een paar honderd meter breed, en het lijkt een kwestie van tijd voordat die doorbreekt of doorgebaggerd kan worden. Er is zelfs tijdelijke gele betonning uitgelegd (zie bigaand kaartje, de SG-A t/m SG-K betonning). Bij hoogwater kunnen ondiep stekende schepen er op eigen risico overheen. Mensen die er gevaren hebben, melden wel branding en brekers op de zandplaat aan de Noordzeekant als er binnenlopende deining is.

Dat enige voorzichtigheid geboden is, blijkt uit de foto's die de KNRM maakte bij de recente jaarlijkse Harlingen-Terschelling roeirace, die door het Schuitengat voerde. Sommige bemanningen moesten uitstappen om weer op de juiste koers te komen.



Tot slot een fragment uit de lokale pers (via Skylgenet), waaruit blijkt hoe graag de Terschellingers hun Schuitengat weer in ere willen herstellen :


' Terschellingers graven eigen vaargeul
 19 juli 2013  13:53

Zeven Terschellinger ondernemers zijn eigenhandig begonnen met het uitgraven van het Schuitengat bij Terschelling. Dat schrijft de Leeuwarder Courant vrijdag. 
Met de actie willen de eilanders Rijkswaterstaat aansporen zo snel mogelijk het Schuitengat uit te baggeren. Het Schuitengat vormt een kortere route naar de Vlieree en daarmee naar Harlingen en Vlieland. Volgens VVV-directeur Roelan Schroor in de Leeuwarder scheelt het naar Vlieland meer dan de helft en naar Harlingen zo’n 20 minuten varen.

Het Schuitengat was vroeger al de vaarroute naar het eiland, maar begin jaren negentig verzandde het Schuitengat en werd de huidige route door de Slenk en de Meep uitgebaggerd. Deze route wordt nu op diepte gehouden door dagelijks baggeren, maar is zo smal en zo kronkelend dat er volgens raadslid Guus Schweigmann vroeg of laat wel eens iets flink mis moet gaan tussen de beroeps-, plezier- en snelvaart daar.

Rijkswaterstaat liet in 2011 weten niks te zien in het opnieuw uitbaggeren van het Schuitengat. Volgens hen moet de natuur bij de vorming van vaargeulen eerst het werk doen, maar is dat in het Schuitengat niet het geval. De Terschellingers zijn het daar echter niet mee eens en zeggen dat de situatie sindsdien flink is veranderd. De zandbank zou nog amper 200 meter breed zijn en tijdens hoogwater staat er al een meter water op. Ook zou er geulvorming zijn.

Schweigmann zegt in de Leeuwarder het beleid van Rijkswaterstaat inconsequent te vinden. “Ze stellen dat bij het onderhoud van de vaargeulen de natuurlijke weg moet worden gevolgd, maar ze hebben destijds zelf de Slenk op kunstmatige wijze op diepte gebracht en sindsdien moet er continu gebaggerd worden. Dat is toch ook tegen de morfologische ontwikkelingen van de Waddenzee in?”

Rijkswaterstaat laat aan de krant weten financieel niet de middelen te hebben om twee vaargeulen in stand te houden. De baggervloot vanuit de Slenk naar het Schuitengat verplaatsen vinden ze te riskant: mislukt de proef in het Schuitengat en verzandt de Slenk snel, zit het eiland in een isolement.
Volgens de instantie worden de geulen rond Terschelling ieder half jaar bekeken, maar kunnen ze nog niets met het Schuitengat. “Het klopt dat de bank smaller wordt. De verlaging zet ook door, maar we kunnen er nog niets mee. We zien nog geen structurele veranderingen”, aldus Jan Roelof Witting van Rijkswaterstaat tegenover de Leeuwarder '

Geen opmerkingen:

Een reactie posten