vrijdag 17 augustus 2012
Terug in thuishaven Herkingen
Vrijdag : Als we 's morgens wakker worden, ziet het er dreigend uit, en vallen er zelfs een paar spetters regen. We hebben de keus om van Middelburg uit via Vlissingen (bijna traditioneel) nog even naar Blankenberge aan te wippen, maar hebben al besloten, om met de tropische weersverwachting in het vooruitzicht en de wens de kinderen en kleinkinderen in het weekend weer even te zien terug te varen naar thuishaven Herkingen, waarmee het rondje Zeeland wordt afgesloten. De brug die de haven in Middelburg afsluit, wordt maar 1x per uur bediend, wij nemen na een vroege douche en ontbijt de opening van 9:15. Het Kanaal door Walcheren is een saai stuk vaarwater, maar richting Veere gelukkig geheel brugloos, dus je kan wel opschieten. Dat kan niet van de sluis bij Veere worden gezegd, evenals op de heenweg gaat de passage gepaard met een flinke wachttijd. Eenmaal in de kolk liggen we weer precies naast het vogelnest, waarvan we nu weten dat de bewoners boerenzwaluwen zijn. De jonkies zijn nog niet uitgevlogen.
Op het Veerse Meer trekken we de genua erbij zodra het kan, er staat een stevige wind uit het zuiden. Bij de Zandkreeksluis is het heel druk, de sluis staat net de voor ons verkeerde kant op, dus ook hier weer wachten. Bij het uitvaren lijkt het wel of iedereen zo snel mogelijk de Zandkreek uit wil richting Oosterschelde, het is net een snelweg. Even later horen we via marifoon (voor de Oosterschelde kanaal 68 Wemeldinge) dat een van de schepen die bij ons in de sluis lag z'n roer heeft verloren, en in de vaargeul voor anker is gegaan. De reddingboot wordt gealarmeerd om hem binnen te brengen, je realiseert je op zo'n moment dat een ongeluk in een klein hoekje zit, gelukkig hebben wij op onze ronde door Nederland geen problemen gehad.
Na de Zandkreek varen we voornamelijk in noordoostelijke richting, en met een harde zuidelijke wind (4-5 Bft) zijn dat ideale zeilomstandigheden. We willen niet te vroeg in Herkingen aankomen, al helemaal niet als post Wemeldinge meldt dat de Grevelingensluis bij Bruinisse eruit ligt door een technisch probleem. Alleen op de genua varen we toch met een flinke snelheid op een drukke maar prachtige Oosterschelde. We omzeilen letterlijk alle ondieptes, het is een sport om dat net bezeild te kunnen doen. Een bron van ergernis is het gedrag van veel motorbootvaarders, het lijkt wel of ze het leuk vinden net te doen of ze je niet zien, om pas op het allerlaatste moment (verplicht) uit te wijken. Of ze wijken helemaal niet uit en scheuren op hoge snelheid met hun overmaatse witte badkuip op een paar meter afstand voorbij zonder zich te bekommeren over de gevolgen van een hekgolf van vaak meer dan een meter hoog. Het oorbel-, tattoe- en blonde vriendingehalte die op het voordek ligt te zonnen is meestal net zo hoog.
Als we rond zes uur bij de sluis bij Bruinisse aankomen, ligt er nog een heel slagveld aan schepen te wachten als gevolg van een eerdere storing. Gelukkig gaan er veel makke schepen in een sluis, en dank zij onze bescheiden afmetingen kunnen wij als zo vaak, ook nu door het midden een heel eind de sluis invaren en vastmaken aan een al afgemeerd schip. Niet veel later varen we box D17 binnen, waarna Irene binnen de kortste keren weer een heerlijk maal op tafel tovert. De avond is prachtig, we zitten tot laat buiten in de kuip te genieten.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten