Dinsdag 21-6-2016. De dag van gisteren (maandag) vergeten we maar snel. De hele dag regent het pijpenstelen, wij doen rustig aan. 's Middags haalt John ons op, we gaan lekker eten aan de Mienewei 38, en Irene werkt de was weg.
Dinsdag is het bij het wakker worden al een heel ander verhaal : een heerlijk zonnetje en aangename temperaturen. Het plan is om vandaag naar Harlingen te varen. Nadat de havenmeesteres het havengeld geïnd heeft, kunnen we even na negenen vertrekken. We maken de tocht naar Makkum in omgekeerde volgorde van afgelopen vrijdag. In plaats van de door Kromme Knilles verlaten we Akkrum nu via de Meinesleat en Sandsleat. De route door Sneek en IJlst houdt nogal op door de aanwezigheid van een paar grote bruine vloot schepen, het wordt nu duidelijk drukker op het water.
Onderweg is het genieten van het uitzicht over het Friese land, en snuiven we de geur van vers gemaaid gras en grazende koeien op. De boeren en de koeien weten het mooie weer ook te waarderen.
Als we de Abbegaasterkettingbrug naderen, maken weer eens kennis met een stukje Friese folklore : de brugwachters houden middagpauze van 12:00 tot klokslag 13:00. Voor ons dus een uurtje lunchpauze en stilliggen.
De bruggen die we tegenkomen, draaien over het algemeen vlot als we aan komen varen. Vlak voor Makkum gebeurt er bij een brug een tijdlang niets, tot Irene de brugwachter wakker laat schrikken met een stoot op de scheepstoeter. Van schrik vergeet hij veel te lang het licht op groen te zetten.
In de verte zien we al iets van een bui aankomen, de wind die daar meestal mee gepaard gaat, komt al voor de bui.
De sluiswachter in Makkum heeft z'n dag niet, als we al door de laatste brug voor de sluis zijn, en de sluis door een vorige schutting al open staat, verzuimt hij de sluisbrug open te draaien. We liggen met drie schepen in een klein kommetje als prooi voor de vlagerige wind. Het vergt de nodige behendigheid je schip in positie te houden. De schipper van een achter ons liggende zeilboot kan z'n zenuwen niet de baas en knalt met een reuze klap tegen de wal. Er staan altijd toeschouwers bij de sluis, die komen nu van pas om de brokkenpiloot te assisteren en de boot tegen de wal te houden. Als we genoeg gepest zijn door de sluiswachter, mogen we eindelijk de sluis in. Dat is passen en meten, want een van de boten is een overmaats slagschip, bemand met Germanen, die we moeten uitleggen hoe ze hun schip moeten vastleggen. Wij liggen stijf tegen de sluisdeur aan.
Door de haven en het havenkanaal van Makkum varen we richting Kornwerderzand, waar de Lorentzsluizen de poort naar de Waddenzee vormen.
Halverwege tussen Makkum en Kornwerderzand neemt de naderende bui steeds dreigender vormen aan. De Afsluitdijk is nauwelijks nog zichtbaar, en de zeegang wordt stevig. We nemen geen risico's en keren om, en vinden een mooi plaatsje in de beschut liggende Marina Makkum. Daar breekt de zon door, en kunnen we bij een tropische temperatuur in de kuip relaxen met een koud wit wijntje en heerlijke Akkrumse worst. Pas na de bloemkool met biefstuk komt de regen die zich eerder aankondigde.
De plannen voor morgen zijn : 's ochtends op de vloedstroom van Kornwerderzand naar Harlingen, en 's middags op de ebstroom naar Vlieland.
de gevaren route |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten