dinsdag 7 juli 2020

Texel loopt leeg door weergat


zaterdag 4 - dinsdag 7 juli 2020

Het hele weekend is wisselvallig, soms even zon, dan weer een spat regen. Maar altijd met veel, soms heel veel wind. We maken korte fietstochtjes rond de haven, en zijn bezig met onze dagelijkse beslommeringen en inkopen. Tussendoor hebben we pech met de vuilwatertank, die is op een gegeven moment vol, loopt zelfs over, maar laat zich niet legen. Ergens zit een verstopping.

Tja wat moet je dan. Druk zetten is een optie, maar ik heb altijd in gedachten dat bij een kennis die dat ook een keertje deed, een slang losschoot en de hele inhoud van de vuilwatertank in de bakskist verdween. Dan heb je pas echt een probleem....Ik zal de ranzige details hier niet onthullen, dat is niet goed voor de eetlust. Maar met onze tank is alles weer OK. In de toiletpomp moet nog een klep vervangen worden, die was op voorraad hier in de watersportwinkel. Een klusje voor de komende dagen.

Op dinsdag  knapt het weer helemaal op. Wind weer op normale sterkte, lekker zonnetje en  springtij. Een echt weergat, want voor de komende dagen is de verwachting weer niet denderend, en mogelijk weer harde wind. Veel boten maken van dit buitenkansje gebruik, en maken dat ze wegkomen. Links een foto van de vrijwel lege A- en B steiger.



De slecht weer dagen vormen een mooie gelegenheid in de geschiedenis van Texel te duiken. In vroeger tijden was Oudeschild het middelpunt van de bedrijvigheid rond de Rede van Texel. Hier een historisch overzicht (met dank aan Wikipedia en een artikel van Hans Revier) :

De Rede van Texel, vroeger gespeld als Reede van Texel, was een ankerplaats voor schepen aan de zuidoosthoek van Texel. Scheepvaart op de lange afstand ontstond in de Lage Landen in de dertiende eeuw. Reeds in die tijd was er sprake van een baai en mogelijk een ankerplaats voor schepen die op een gunstige wind wachtten. Die bevond zich echter aan het Marsdiep, ten zuiden van het huidige Den Hoorn. In de loop van de veertiende eeuw raakte die plek door verzanding in onbruik. De baai werd uiteindelijk in 1378 ingepolderd en staat nu als De Naal bekend.

Iets zuidelijker ontstond een nieuwe ankerplaats, in een baai die De Cule (de Kuil) werd genoemd. Maar in de loop van de vijftiende eeuw verzandde die ook, en werd ingedijkt. Hierna schoof de ankerplaats op naar de oostkant van het eiland, rond de vaargeul Texelstroom. Hier kreeg de ankerplaats het belang dat eeuwenlang behouden zou blijven, en Reede van Texel genoemd werd, van belang voor de scheepvaart vanuit het gehele Zuiderzeegebied.

De Rede van Texel was in de eerste plaats een locatie om veilig te ankeren en op gunstige wind te wachten, met name van belang voor schepen die noorden- of oostenwinden nodig hadden. Daarbij ging het om bestemmingen naar het westen en zuiden. De Rede van Vlieland was al eerder van grote betekenis voor schepen die wind uit het zuiden of westen nodig hadden om noord- of oostwaarts te zeilen, bijvoorbeeld naar de Oostzee. Die zogenaamde ‘moedernegotie’, de handel overzee, ontstond eerder dan die op Azië, Afrika en Amerika.

Daarnaast was de Rede een plek waar loodsen aan boord kwamen en waar schepen drinkwater en proviand konden inslaan. Het water, afkomstig uit de zogenaamde wezenputten op Texel, was sterk ijzerhoudend en daardoor langer houdbaar. Het water was roestbruin van kleur. Soms konden bemanningsleden van boord gaan en bijvoorbeeld in de herbergen van Oudeschild overnachten. Ook kwam soms een deel van de bemanning pas op de rede aan boord. Daar in de zeventiende eeuw soms wel honderden schepen tegelijk op de rede ankerden, betekende dat voor Texel een aanzienlijke bron van inkomsten.

Tenslotte was de rede een plaats om goederen over te laden op lichters, daar de meeste koopvaarders te diep staken voor de ondiepten van de Zuiderzee. Getuige het Hanzereglement van de stad Kampen uit 1400 hadden de eerdere ankerplaatsen aan de zuidkant van het eiland deze functies al. Het belang ervan nam echter enorm toe nadat de ankerplaats naar de oostkant van het eiland was verhuisd. In de loop van de zestiende eeuw werden steeds grotere schepen gebouwd, waarmee de noodzaak voor overslag toenam.

De ankerende schepen waren meest koopvaarders, met name van de VOC, maar ook wel walvisvaarders en oorlogsschepen. Rond 1574 liet Willem van Oranje nabij Oudeschild Fort de Schans bouwen, om de Rede van Texel te beschermen. Ook kon vanuit het fort de scheepvaart over het Marsdiep, tenminste voor een deel, worden gecontroleerd. Alle functies werden op de relatief open Waddenzee verricht, daar de haven van Oudeschild pas in 1780 werd aangelegd.

1863
Een rede is een relatief beschutte plaats waar schepen redelijk veilig kunnen ankeren. Relatief en redelijk betekenen echter geen absolute veiligheid en dat was bij Texel ook zeker niet het geval. Het kon er flink stormen en op sommige dagen moeten tientallen schepen zijn vergaan. In de Kerstnacht van 1593 zijn 44 schepen gezonken. De volgende dag lag de oostkust van Texel bezaaid met wrakstukken en met de lichamen van verdronken
zeelieden. De koopman en dichter Roemer Visscher verloor een aantal schepen en noemde zijn derde dochter vervolgens naar die rampzalige nacht: Maria Tesselschade. Een nog grotere ramp voltrok zich in de nacht van 18 op 19 december 1660. 's Avonds werden nog 155 schepen op de rede geteld, de volgende morgen slechts 38. Het is niet aannemelijk dat veel van de ontbrekende schepen tijdig een veilige haven hebben weten te bereiken.

Niet alleen op de rede, maar op alle ondieptes rond Texel hebben in de loop der tijden veel schepen een voortijdig einde gevonden. Schattingen aan de hand van historische gegevens komen uit op tussen de vijfhonderd en duizend schepen die in het gebied rond Texel moeten zijn vergaan. Dat wil niet zeggen dat er even zoveel wrakken liggen. Veel schepen werden tijdens stormen uiteen geslagen en spoelden als wrakhout op de stranden aan. In een wrakkenregister wordt de vindplaats en mogelijke naam van de wrakken bijgehouden.

Voor kooplieden in de havensteden was een goede postverbinding met de kapiteins op de rede van groot belang. In 1668 werd een postiljondienst met postagentschappen ingesteld voor het traject Amsterdam - Oudeschild. Tot aan Den Helder ging de post over land, waarna een postboot de oversteek naar Oudeschild nam. Vanaf 1778 bracht een Texelse postwagen brieven voor de Rede van Vlieland naar Eierland, waar een vlet voor de oversteek zorgde en de post werd overgedragen aan het Posthuis van Vlieland. Een zogenaamde praaischipper vervoerde de brieven van het posthuis naar de schepen op de rede. Na 1778 werd de dienst bekend als de "Vlie-post", die heeft bestaan tot 1927.

De bloeitijd van de Rede van Texel lag globaal tussen 1500 en 1800. In de negentiende eeuw kwam een eind aan het gebruik om bij Texel te ankeren. Tussen 1780 en 1876 nam het belang van de Rede van Texel af naar zo goed als niets. De Vierde Engelse zeeoorlog van 1780 tot 1786 bleek bijzonder schadelijk voor de scheepvaart in het algemeen, en de Nederlandse koopvaardij in het bijzonder. Eenzelfde effect had de Franse tijd van 1795 tot 1813, onder meer door het Continentaal stelsel waarmee de handel met Engeland werd platgelegd. Nadat in 1824 het Noordhollandsch kanaal werd geopend, konden schepen de ondiepten van de Zuiderzee omzeilen en was overslag op de rede niet meer nodig. De komst van de stoomvaart betekende dat niet meer op gunstige wind hoefde te worden gewacht. De aanleg en opening van het Noordzeekanaal in 1876 betekende de doodssteek voor de inmiddels zieltogende rede, daar het Marsdiep de functie van belangrijke scheepvaartroute geheel verloor.

In het maritieme museum Kaap Skil in Oudeschild bevindt zich een enorme maquette van de Rede van Texel, die een beeld geeft van de bedrijvigheid in de Gouden Eeuw.

In juni 2013 werd de Rede van Texel voor even weer in gebruik genomen, ter gelegenheid van Sail Den Helder. Tijdens dit evenement kwamen de Russische viermastbark Sedov en het Duitse karveel Lisa von Lübeck met elkaar in aanvaring op de rede.

Voor een realtime blik in de havenmond : klik hier

1 opmerking:

  1. Echt Hollands zomerweer dus! Wij gaan hogere temperaturen opzoeken. Hoef he ook niet blij nee te zijn, hoor!

    BeantwoordenVerwijderen