donderdag 30 juli 2020

Eindelijk van Texel naar Makkum


donderdag 30-7-2020

We worden al vroeg gewekt door een zonnetje, vandaag de dag van de oversteek naar de Friese kust ! We hebben het plan om via den Oever te varen omgezet naar een route via Kornwerderzand. Qua getij niet optimaal, we zullen het eerste deel van de tocht stroom tegen hebben.  De met warmte en weinig wind verwachte IJsselmeermuggen waar oma zo bang voor is lopen we mis op het zoute water van de Waddenzee.

Om 10 uur zijn we klaar voor vertrek. De motor wordt na een maand rustpauze moeiteloos tot leven gewekt, we verlaten onze steiger en varen na even contact met havendienst, de haven uit. De wind is vrijwel afwezig, we varen op de motor met ondersteuning van de genua. De golven zijn toch hoger dan je zou verwachten onder deze omstandigheden, de golven van zee lopen via het zeegat met deze wind enigszins binnen. 

De nieuwe bemanning is daar niet helemaal op voorbereid. Eerst Bart, en niet lang daarna ook Arnold worden wit om de neus, gaan gapen en willen het liefst gaan liggen. Oma maakt een bedje voor de mannen, en om in scheepstermen te blijven, ze gaan onder zeil.
Verderop in de route komen we onder de beschutting van de zandplaten rond de vaargeul, de golven worden duidelijk minder. 

Af en toe zien we zeehonden lekker liggen luieren op zandplaten die boven water liggen.  De garnalenvisser waar we met Jens hebben meegevaren, vertelde al dat de zeehondenpopulatie op dit moment heel groot is. In het hele waddengebied (dus Nederland, Duitsland en Denemarken) leven vooral gewone zeehonden, zo’n 40.000 in 2018 (volwassen dieren en pups).  Per stuk eten de zeehonden tot 10 kg vis per.dag !

De zeehonden komen ook voor rond de Schotse eilanden, in de Wash, langs de Engelse, Franse en Belgische kust, in het Skagerrak en langs de zuidkust van Noorwegen voor. Grijze zeehonden leven vooral rond de Schotse eilanden, langs de Britse oostkust en in Cornwall. In december 1999 werd er een voorbij Londen in de Thames gezien. In de Nederlandse Waddenzee hebben zich in de jaren negentig grijze zeehonden gevestigd. Inmiddels is dat een flinke groep geworden, in 2018 werden er in Nederland 4565 grijze zeehonden geteld. De grootste groep zit ten westen van Terschelling. 

Kornwerderzand komt in zicht, we hebben hier de getijstroom flink mee. Als we bij de bruggen en de  zeesluis in de Afsluitdijk aankomen, staan zowel de bruggen als de sluis al open. Dat is een reuze meevaller, soms lig je hier een uur te wachten voordat je geschut kunt worden. De file auto's die hier staat te wachten, is onafzienbaar. 

In de sluis is het op een aantal grote zeilschepen flink tobben om aan te leggen. Ondanks de aanwezigheid van zogenaamde sluisscouts ontbreekt het duidelijk aan regie bij het gebruik van de beschikbare ruimte in de sluis. Het deert ons niet, wij sluiten als laatste aan, en dan gaan de deuren onverbiddelijk dicht.
Na de sluis is Makkum dan nog een tochtje van niks. In het havenkanaal tanken we de brandstoftank en de reserve jerrycans randvol GTL. Daar halen we onze thuishaven wel mee.

In de marina van Makkum hebben we telefonisch al een plaatsje gereserveerd, Echo 38. Helemaal aan het einde van de hoofdsteiger, op maximale afstand van alle voorzieningen. Maar het is erg druk, dus we mogen blij zijn met een plek. De temperatuur in de haven loopt flink op, we springen met z'n allen lekker in het water om af te koelen . 

























De vandaag gevaren route :



1 opmerking:

  1. Jammer dat Arnold en Bart zeeziek zijn geweest! Maar leuk verhaal over de zeehonden!

    BeantwoordenVerwijderen