donderdag 3 augustus 2017

Verwaaid in Kortgene


Donderdag 3-8.  Na de douche en het ontbijt vragen we onszelf nog af of we misschien door kunnen varen naar Middelburg. Maar de verwachte wind begint langzaam maar zeker door te zetten. Een blik op de weerkaarten en alle sites met weer- en windvoorspellingen kondigen toch echt zwaar weer aan. Een diepe actieve depressie trekt vanaf Engeland dwars over ons land heen. En de dicht bij elkaar liggende isobaren en meerdere fronten laten geen twijfel bestaan: dit wordt zwaar weer. Een troost is het heerlijke zonnetje dat de wolken al vroeg doet openbreken.

We doen inkopen in het op loopafstand gelegen stadje Kortgene. De plaatselijke Spar is bijna door z'n voorraden heen, wat een aanpassing van ons avondmenu vereist. Dat wordt goedgemaakt bij de lokale slager, waar ons een prachtige entrecote en niet te weerstaan Zeeuws spek toelachen. We verlengen net op tijd bij de havenmeester ons verblijf hier met een dag, hij staat op het punt onze box aan een ander te vergeven. In de kuip geniet Irene van de zonnebank, de wind houden we buiten met een geïmproviseerd windscherm. 's Middags kijk ik op de windkaart, daar is goed te zien hoe de storm over ons land raast.




De windkaart met de max windsnelheden van 13:20




Zoals zo vaak, blijkt ook nu de plaats waar we hebben aangelegd, een fascinerende geschiedenis te hebben. Ik probeer altijd iets daarvan aan de vergetelheid te ontfutselen. Soms spreken bronnen elkaar tegen, en kloppen jaartallen aantoonbaar niet, maar meestal blijken de puzzelstukjes toch een geheel te vormen. Hier volgt de door mij zo goed mogelijk gereconstrueerde geschiedenis van Kortgene (met dank aan Wikipedia, de website van de Nicolaaskerk en vele andere Zeeuwse bronnen) :

Kortgene op het eiland Noord-Beveland (een verbastering van Bavoland, genoemd naar missionaris Sint Bavo) wordt voor het eerst als parochie vermeld in 1247. De kerk gewijd aan de H. Maagd behoorde aan het kapittel van Sint Pieter te Utrecht. Philips van Borssele liet in 1413 een nieuwe kerk bouwen, maar bij de brand van 1423 gingen dorp en kerk geheel ten onder, alle huizen waren in die tijd van hout. De Kortgenaars bouwden het dorp weer op en in 1431 kwam de vermelding “die stede van Cortkene” voor het eerst op papier. In 2031 is er dus sprake van 600 jaar stad Kortgene.

Na de St. Felixvloed van 5 november1530 werden de dijken hersteld, maar bij het uitblijven van betaling en tekorten aan eten en drinken legden de dijkwerkers op 23 juli 1531 het werk neer en braken er relletjes uit. De herbergen werden geplunderd en de grafelijke rentmeester moest zich in de kerk van Kortgene in veiligheid brengen. Op 2 november 1532 kwam de grote vloed of  Allerheiligenvloed, en werd heel Noord-Beveland overspoeld, alleen de kerktorens van Kortgene en Wissenkerke bleven behouden.

Het eiland bleef  lange tijd onder water staan. Vanaf 1598 werd Noord-Beveland in opdracht van de eigenaar, de graaf van Nassau, weer gedeeltelijk ingepolderd. De dorpen Colijnsplaat en Kats werden als eerste aangelegd. In 1652 volgde Wissenkerke, in 1668 Geersdijk, en in 1684 werd de rest van Noord-Beveland ingepolderd. In 1687 werd in Kortgene begonnen met de herbouw van het kerkgebouw op de oude fundering. De toren, die de grote vloed 155 jaar had overleefd, werd gerestaureerd. Om de oude kerktoren heen, die eenzaam op het schor overleefde, bouwde men tegelijk met de bouw van de huidige kerk de huidige torenmuren. De oude toren werd zo “verpakt” in nieuwe bakstenen muren: een toren met muren nu van ruim 1 meter dikte ! Het koor van de kerk werd afgebroken en er werd een hardstenen poortje aangebracht in navolging van de laatgotische westingang. Op 14 april 1688 werd de eerste preek gehouden in de herbouwde kerk.

Nadat Kortgene was herbouwd kreeg de plaats opnieuw stadsrechten, als enige plaats op Noord-Beveland. Kortgene had geen zitting in de Staten van Zeeland, reden waarom het een smalstad werd genoemd.

Rond 1930 begon een discussie over gemeentelijke herindeling. In 1941 werden Colijnsplaat, Kats en Kortgene samengevoegd tot de gemeente Kortgene. Deze ging in 1995 op in de gemeente Noord-Beveland.

Gebouwen

Nicolaaskerk

De preekstoel van de Nicolaaskerk dateert uit rond 1754 en is versierd met prachtige hermen. Toren en kerk zijn de oudste nog bestaande gebouwen van Noord-Beveland. De kerk is in 2008 vernoemd naar de St. Nicolaaskapel, welke oorspronkelijk in het buurtschap 'die Streke' stond, net buiten de smalstad 'Cortkene'. Het altaar en de andere voorwerpen zijn later (1515) naar de parochiekerk van Cortkene overgebracht.

Na de watersnoodramp in 1953 heeft er lange tijd 3,5 meter water in de kerk gestaan, evenals bij de watersnood in 1808. Het zout van dat water komt nog steeds uit de muren.


Noirmoutier-verovering door Tromp (Rijksmuseum)
In de kerktoren hangt de ‘Suzanne’ – een zware klok van 900 kg. De luidklok werd in juli 1674 buitgemaakt door luitenant-admiraal Cornelis Tromp. Hij veroverde met zijn manschappen het Franse schiereiland Noirmoutier, even ten zuiden van de monding van de Loire aan de Franse westkust. Volgens het geldende buitrecht mochten veroveraars de torenklokken van de veroverde stad opeisen. En dat deed Tromp. Behalve graan, runderen en enkele gevangenen nam hij vanuit Noirmoutier ook zes bronzen klokken mee. Van twee van deze klokken weten we waar ze zijn terechtgekomen. Beide waren in 1661 gegoten door de Franse beeldhouwer en klokkengieter Leonard Herve. De Marie Anne kwam in de kerk van Oud-Loosdrecht terecht en de Suzanne in Kortgene. Hoe en waarom de klok in Kortgene terechtkwam, is niet bekend.

In 1942 werd deze klok per schip door de Duitsers weggevoerd, maar het schip zonk onderweg in het IJsselmeer. Na de bevrijding werd deze Franse klok geborgen uit het scheepswrak, en in de toren teruggehangen. De klok keerde, als enige van de Noord-Bevelandse klokken, terug.

In 1873 werd een korenmolen gebouwd, "De Korenbloem". Deze molen is in 2010/2011 na uitgebreide restauratie heropend.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten