maandag 4 augustus 2014

Duitse wadden (3)


Zaterdag 2-8. Als de wekker om 6:15  uur afloopt, heerst er nog grote rust in de overvolle jachthaven van Norderney. De meeste Duitse vakanties zijn nu begonnen, gisteravond is de haven helemaal volgelopen, er wordt overal gestapeld. Een goed tijdstip om te vertrekken.
Na het verlaten van de haven op weg naar zee vaar je vlak onder het strand, daar fietsten we gisteren nog. De passage over de Nordwestgründe naar zee loopt via de Schluchter, een vaargeul die regelmatig moet worden verlegd door de grillige stromingen. Kort geleden heeft weer een totale verlegging plaatsgevonden, via internet hebben we de nieuwe boeienposities gelukkig kunnen downloaden.

Er blijkt op sommige plaatsen ruim twee uur na hoogwater nog geen twee meter water te staan, voor ons onder deze omstandigheden geen probleem. Er staat weinig wind uit het ZO, we halen de zeilen op, of liever dat proberen we.  Door de wind is de grootzeilval hoog in de mast verstrikt geraakt achter het deklicht. Met de verlengde pikhaak lukt het om de zaak te klaren, maar op een schip in flinke zeegang is dat een hele opgave. Uiteindelijk staat het zeil, maar de motor blijft zachtjes bijstaan omdat er te weinig wind is om voldoende voortgang te maken. Na een klein uurtje kan de herriemaker uit, en begint een fantastische zeildag. We zien het lange eiland Juist aan ons oog voorbij trekken, evenals de zandplaten Memmert en de Kachelot Plate.

Daarna doemt Borkum op, ons doel voor vandaag. Door het erg langgerekte Borkumer Rif moeten we een geweldige omweg maken naar de aanloopton Riffgat, die buiten de 10 meter dieptelijn ligt. Die 10 meter is een belangrijke dieptelijn, daarbinnen kunnen grondzeeën (brekers als in de branding) ontstaan. We varen Borkum helemaal voorbij, onder deze omstandigheden durf ik het wel aan een stuk over het laatste rif, het ‘Hohes Riff’ af te steken, de golfslag nauwkeurig in de gaten houdend.

in de beschutting van Borkum
Dat gaat prima, we draaien dan het Randzelgat in, dat kennen we nog van de wind-tegen stroom situatie op onze heenweg. Nu varen we in tegengestelde richting, maar de omstandigheden zijn ook exact tegengesteld : opkomend water het gat in, en nu de inmiddels hard aangetrokken ZO wind tegen. We halen de zeilen in en varen op de motor flink buizend het gat in.

Onder Borkum krijgen we beschutting en wordt het iets aangenamer.  Bij het aanloopkanaal van de Fischerbalje zien we de veerboot aankomen, we laten die netjes voorgaan en varen achter de veerboot aan naar de jachthaven. In de geul, tijdens het ophangen van stootwillen en landvasten, worden we door een snelvarende catamaran van de sneldienst opgelopen, afgeladen met badgasten. Het mooie weer en de vakantieperiode zorgen er voor dat het op de eilanden druk is, het is een voor Duitsers een geliefd vakantiedoel. In de ons nu al bekende jachthaven Bahlmann is het behoorlijk vol, maar we kunnen nog een plaatsje aan een vingerpier  bemachtigen. 

de gevaren route
Na het avondeten komt er een geweldige bui over, er was ook in NL code rood afgegeven voor die buien met windsnelheden tot 80 km/uur. Ik leg een aantal extra lijnen en hang dubbele stootwillen op, en hoop dat de verroeste kikkers op de steigers die uit wrakhout en oude kunststof vaten zijn opgebouwd, het geweld in toom kunnen houden. Het is een drukte van belang, iedereen is bezig z’n boot goed vast te leggen. De meeste boten zijn door het lage water al flink in de blubber gezakt, dat helpt.
Boten die nu nog binnen komen worden met vereende krachten door de blubber met lijnen naar de steiger getrokken.  Een grote Nederlandse platbodem loopt midden in de haven vast , het schroefwater is helemaal zwart, puur drek. Niet zo lekker voor het koelsysteem ! Met veel moeite kan hij een vrij stuk steiger bereiken. Later komt er nog een zeilboot binnen, die loopt ook vast midden in de haven, die geeft snel op en blijft gewoon liggen waar hij is vastgelopen. Deze jachthaven kan zo eigenlijk niet meer geëxploiteerd worden, in de  ‘Reeds’ almanak wordt ronduit afgeraden er gebruik van te maken. Zonde, het is een gezellige haven op een ideale plaats, waarom ziet niemand het potentieel en wordt er niet geïnvesteerd in een fatsoenlijke uitrusting ?



Zondag 3-8.  ’s Nachts met hoogwater draait de stormachtige wind naar het zuiden,  de golven lopen nu recht de haven in, en we worden wakker van het geklots en het rukken aan de landvasten. Ik moet een tegen de mast slaande val het zwijgen opleggen, eenmaal buiten zie ik dat ik niet de enige ben.

De wekker stond op 6:00 om naar Lauwersoog  te vertrekken, maar het waait nog steeds hard, windkracht 5 uit het zuidwesten. Het lokale weerbericht van 5:50 spreekt van buien met minstens windkracht 7, de Navtex weerberichten voor de Duitse bocht zien er voor vanmorgen niet beter uit. Dus gaan we weer te kooi en slapen verder. Als we wakker worden is het water al weer zo ver gezakt dat we stevig in de blubber liggen, dus vertrekken is nu helemaal niet meer aan de orde. We nemen een relaxdag en zien morgen wel weer verder !
De jachthaven, de grote ex-marine ‘Burkana haven’, en de veerhaven van Borkum liggen in het ‘Ortsteil Reede’ aan de oostzijde op een afstand van acht km van het eigenlijk Borkum-dorp op een soort schiereiland, dat over het wad met een dam verbonden is met de rest van het  eiland. Naast elkaar liggen op de dam een spoorlijn waarover een smalspoor boemeltje rijdt, een autoweg en een fietspad.

Wij nemen de fiets en verkennen op ons gemak het dorpje. Er staat een oude kerktoren, die ooit is omgebouwd tot vuurtoren. Een brand heeft in de 19e eeuw de bijbehorende kerk verwoest, evenals de voorzieningen voor de vuurtoren. De Duitse keizer heeft toen, net als op Norderney, een bakstenen vuurtoren laten bouwen. In tegenstelling tot de zeskante vorm van die op Norderney, is de vuurtoren op Borkum rond.  Hij staat op een grote ronde, verder onbebouwde terp. Het kerkhof rond de oude toren is bewaard gebleven, er staan uit de tijd van de walvisvaart verschillende grafstenen met onvervalst Nederlandse teksten. Kennelijk werd Borkum in die tijd door Nederlanders bewoond. Er staan ook een paar walviskaken, die door weer en wind zwaar aangetast zijn. 

Het toerisme en het ‘kuren’ in de gezonde Noorzeelucht is hier eerder
op gang gekomen dan op de Nederlandse  Waddeneilanden, er staan mooie monumentale gebouwen, en veel hotels. We komen bij het ‘Nordstrand’ aan de NW zijde van het eiland, bij onze aanloop over zee vanaf Norderney  konden we dit strand goed zien liggen. Hier spuugt het boemeltje z’n passagiers uit. Er loopt langs de hele NW zijde een brede boulevard, die deel uitmaakt van de betonnen kustverdediging van Borkum. Het strand heeft de vorm van een halve maan die een soort lagune omsluit, met aan de boulevard een woud van de hier erg populaire strandkorven. Het verst in zee gelegen deel van het strand is afgesloten voor publiek, het is daar flink bevolkt met in de zon luierende zeehonden, die al die drukte vanaf een afstandje bekijken.

We eten een lekker Langnese ijsje, en slaan op de terugweg bij een grote Lidl nog wat zaken in voor onze terugreis over zee. Aan boord genieten we in de kuip van een riant uitzicht over haven en wad, onder het genot van een hapje en een drankje. Als we terug zijn op de boot, nemen we een heerlijk verfrissende duik, bij opkomend water spoelt er voldoende schoon water de haven in !





Maandag 4-8. Borkum - Oostmahorn (Lauwersmeer)
Als we om 6:15 opstaan, klettert een regenbui op het dek. We kleden ons snel aan, en maken alles gereed voor vertrek. De eb loopt al een tijdje, maar er staat nog twee meter water, ruim voldoende voor ons. Om 6:40 varen we de haven uit, gaan na de Fisherbalje even richting NNW tot boei 17-A1-H6 die de invaart markeert van het Huibertgat, dat evenwijdig loopt aan het grote Westereems vaarwater.

de onoverzichtelijke aanloop van het Huibertgat
Het Huibergat is tegenwoordig geen hoofdvaarwater meer, maar betekent voor ons een flinke bekorting van de reis. Er liggen een paar spaarzame midvaarwater tonnen om de weg te wijzen. Helaas is de ligging op de nieuwste Nederlandse zeekaart  niet actueel. Ik zie op de dieptemeter de diepte plotseling teruglopen, ontwaar dan een Noordkardinaal op enige afstand, en stuur snel noord om de zich kennelijk verplaatsende Horsbornplaat te ontwijken.  Zo komen we nog een paar kardinale tonnen tegen die ondieptes markeren, er ligt ook nog een elektriciteitskabel (de Norned)  in de vaarweg. We varen ten noorden vlak langs Rottumeroog en Rottumerplaat. De kaap op Rottumeroog staat er nog, verder laat Rijkswaterstaat het steeds verder afkalvende eilandje aan z’n lot over. Vroeger woonde er zelfs een strandvoogd, onder andere Mees Toxopeus, de later beroemd geworden schipper van de reddingboot ‘Insulinde’. Rottumerplaat begint een echt eiland te worden, met begroeide duinen.

de gevaren route
Zodra we de gronden van Lauwers, in vroeger tijden een waar scheepskerkhof, achter ons hebben gelaten sturen we aan op het Westgat ten noordwesten van Schiermonnikoog.  Het gebied vol verraderlijke zandplaten heet de ‘Gronden van het Plaatgat’. Recent nog had je daar twee aanlooproutes, het ‘Westgat’ en het ‘Plaatgat’. Het gebied is continu in beweging, recent is alle betonning opgenomen en verlegd naar een enkele nieuwe aanlooproute die ook weer ‘Westgat’ heet, maar eigenlijk vanuit het noorden wordt aangelopen. Gelukkig is het weer ons vandaag goed gezind, we zien rondom forse onweersbuien zich ontwikkelen, maar ze trekken allemaal langs ons. Eenmaal zitten we in een gebiedje met harde wind, maar ons hoor je niet klagen. In het Westgat krijgen we precies op tijd de vloedstroom mee naar binnen, dit wordt een tocht in recordtijd.




tussen Ameland en Schier na het Westgat
We varen langs de Engelsmanplaat die door een grote kaap gemarkeerd wordt.  Een overblijfsel uit vroeger tijden is het reddingshuisje, waar schipbreukelingen kunnen schuilen. Het staat er nog steeds !  We passeren de Paesensrede, waar veel platbodems liggen te wachten om met de opkomende vloed het wad onder Ameland op te varen. Via de Zoutkamperlaag komen rond 12:30 aan bij Lauwersoog, waar we met de zeesluis naar binnen schutten. Ons doel van vandaag is de jachthaven van Oostmahorn. John, Mariska, Thijs en Joris komen daar morgen op bezoek. De jachthaven die in het verleden een verwaarloosde indruk maakte, is sinds twee jaar in handen van een nieuwe eigenaar. Het ziet er nu allemaal verzorgd uit, en er is een mooi restaurant gekomen. We genieten er 's avonds onder genot van een mooi uitzicht over het Lauwersmeer van een heerlijk diner.

1 opmerking: