donderdag 31 juli 2014

Duitse wadden (2)


Donderdag 31-7.  De weerberichten zijn niet onverdeeld gunstig, mogelijk windkracht 5 en buien met slecht zicht. Maar we hebben Greetsiel wel gezien, en gaan naar Norderney vertrekken. Qua wadvaren wordt dit de meesterproef, we moeten in een tocht over drie ondieptes : de Ley,  het Kopersand en het Memmert Wattfahrwasser, en dat allemaal binnen 1 tij. Volgens onze gedetailleerde planning, rekening houdend met de reistijd op basis van exacte stroomsnelheden, moet het net kunnen. We vertrekken aan de vroege kant, beter met stijgend water op een ondiepte vastlopen en dan moeten wachten tot je vrijkomt, in plaats van met vallend water vastlopen en dan niet meer wegkunnen en ongewild droogvallen. De sluis staat al open als we aan komen varen, een Duitse zeilboot bemand met drie dikke Duitsers komt achter ons binnen, maar ligt meteen dwars en dreigt ons te rammen. Door snel naar voren op te schuiven, kunnen we schade voorkomen. Ze verlaten na het schutten  achteruitvarend (!) de sluis. Ze klooien dan met de zeilen en de route : ze hebben geen idee waar ze heen moeten. Ze besluiten dan plotseling  ons te volgen, en blijven tot Juist pal achter ons varen. Door de snelle schutting liggen we nu voor op het tijdschema, maar op de eerste ondiepte staat gelukkig al voldoende water.  Op de Bants Balje gaat het bijna mis :  de dieptemeter loopt snel terug naar een minimum van 1,30 meter, precies onze diepgang. We schuren over de grond, maar dan wordt het snel iets dieper. Vlak onder het eiland Juist (dat we vanwege de blubber in de haven letterlijk links laten liggen) draaien we het Memmert Wattfahrwasser in, gedeeltelijk beprikt met takkenbossen in plaats van boeien. Twee Duitse snelvarende witte badkuipen vinden het nodig in deze zeer smalle geul met naar schatting 50 km/u langs te scheuren, hekgolven achterlatend van heb ik jou daar.

de gevaren route
Als we onder de beschutting van het eiland Juist uitkomen, varen we het Busetief in. De Noordzeedeining die hier binnenloopt, wordt door de trechtervorm van dit zeegat en de steil oplopende banken tot een angstaanjagende hoogte opgestuwd. Met alleen de genua op, en de motor langzaam bij stuiteren we over zeker 3 meter hoge golven. Er varen hier ook veel kleinere zeilboten, die enorm tekeer gaan. De net uit de veerhaven vertrokken veerboot is zo vriendelijk voor ons uit te wijken. Eenmaal goed en wel in de haven keert de rust weer, we vinden een mooi vrij plaatsje.

Norderney blijkt een prachtige jachthaven, er is zelfs Wifi ! De tweede havenmeester komt langs, moppert dat we in een te grote box liggen en meldt dat we morgen moeten verkassen. We zien het wel. 's Avonds rijden per fiets we een heel stuk langs de westelijke zeezijde van het dorp. Daar loopt ook de vaargeul naar zee langs. Het strand staat propvol strandkorven, die elk een groot nummer dragen. Verder hotels zo ver het oog reikt. Als we dwars door het dorp terugrijden, stuiten we bij het kurhaus op een muziekuitvoering, een orkest speelt musicalmuziek. Het begint al donker te worden als we op de boot terugkeren. Morgen gaan we de rest van het eiland Norderney verkennen.

Vrijdag 1-8. Opnieuw een prachtige dag. 's Morgens vroeg maak ik de gedetailleerde planning voor de voorgenomen tocht naar Langeoog, het eiland Baltrum varen we voorbij, dus moeten we twee ondiepe wantijen passeren. Het springtij ligt al weer bijna een week achter ons, en met de verwachte oostenwind wordt het steeds lastiger, maar het gaat net. De havenmeester zien we wel rondrennen, maar doet geen poging ons te benaderen.

We doen inkopen voor de komende dagen, en starten dan per fiets onze ontdekkingstocht.
het wad bij de jachthaven
op weg naar de vuurtoren
De duinen hebben veel weg van de Nederlandse waddeneilanden. We passeren de stijlvolle (bakstenen) vuurtoren die uit 1874 stamt, en bijna 60 meter hoog is. Vlakbij is het vliegveld en een mooie golfbaan. Er is nog 7 kilometer te gaan naar de oostpunt van het eiland, waar een wrak met een bijzondere geschiedenis ligt. ('1967 strandete der Heringslogger „Ministerialrat Streil“ am östlichen Ende der Insel.
Die Norderneyer versuchten, den Heringslogger zu bergen mit Hilfe des Schillsaugers „Pionier“. Bei dem Bergungsversuch geriet der Schillsauger selbst fest und liegt seitdem dort. Der Heringslogger wurde übrigens einige Wochen nach seiner Strandung von ein paar Schleppern befreit. Wer das Wrack besichtigen möchte, hält sich am besten vom Parkplatz Ostheller aus an den Wanderweg, der zum Wrack führt.' )Helaas is het alleen mogelijk dat deel van het eiland te voet te bezoeken, dat vinden we te ver. We eten (gekleed) een ijsje op het naturistenstrand. Je snapt niet waarom sommige mensen hun kleren uittrekken, met kleren aan zouden ze er een stuk beter uitzien.

Nu we met dit prachtige weer veel zeilboten op zee zien, slaat de twijfel toe omtrent ons plan om onder Norderney door naar Langeoog te varen. Na ampel beraad besluiten we om de plannen om te gooien, en de route over zee terug naar Borkum te nemen, en vandaar weer richting Nederlandse Wadden te gaan. We hebben de mooiste plaatsen op het Duitse Wad nu wel gezien, en de rest voegt hier waarschijnlijk niet veel aan toe. En we hebben een hekel aan slik gekregen.

het brede naturistenstrand
stootwillen ?
Terug op de jachthaven ontwaren we een paar bijzondere stootwillen, sommige Duitsers blijken gevoel voor humor te hebben.
In het havenrestaurant genieten we van tong met Bratkartoffel en scampi's met Folienkartoffel, weggespoeld met een Bitburger.  Morgen dus vroeg op, om 7 uur op weg naar zee.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten