dinsdag 2 juli 2013

Genieten in de natuur


Dinsdag 2 juli belooft een schitterende dag te worden. Als 's morgens om 6 uur de eerste zeilers al weer vertrekken, laat ik Irene in de kooi achter en trek de wandelschoenen aan om van de natuur te genieten. In alle vroegte is het op Vlieland oorverdovend stil, je hoort alleen de wind, de branding en de vogels. Ik maak een wandeling rond de oostelijke punt van het eiland, het is prachtig om de natuur te zien ontwaken. In het dagelijkse ritme van eb en vloed wordt het nu eb. De Waddenzee heeft een oppervlakte van 2400 km2, en bevat een watervolume van  5,4 miljard m3. Bij ieder getij wordt er 3 miljard m3 water verplaatst, per etmaal twee keer naar binnen en twee keer naar buiten, en dat moet allemaal door de zeegaten tussen de eilanden. De belangrijkste zeegaten, waar 80% van de hoeveelheid water doorheen gaat zijn het Marsdiep bij den Helder (1 Gm3), de Vliestroom tussen Vlieland en Terschelling (0,9 Gm3) en het Borndiep tussen Terschelling en Ameland (0,4 Gm3).
Door de stroming, maar ook door stormen is het zand rond de eilanden altijd in beweging. Duinen slaan weg of worden juist weer gevormd, geulen verdiepen of slibben dicht. Helmgras begint te groeien en houdt stuifzand vast. Het is een fascinerend spel van de natuur. Al wandelend kom je prachtige verstilde natuur tegen, de doorkijkjes door de duintoppen, eeuwenoude stenen waarmee ooit een strandweg is aangelegd, en de lome paarden bij de manege die na liggen te dromen van hun nacht in de buitenlucht. Dit is onthaasten.

's Middags stappen we op onze roestvaststalen vouwblitsers en rijden het eiland rond. De heenweg gaat over de schelpenpaden in de duinen. Tussen de vogel broedgebieden door en tussenbeide met verrassende doorkijkjes naar zowel Wadden- als Noordzee, want Vlieland is op sommige plaatsen amper een paar kilometer breed. Hier en daar komen we een verdwaalde fietser tegen. Het fietspad eindigt vrij abrupt bij de strandweg naar het Posthuys. We blazen even uit op het terras en komen weer op krachten met een cappuccino.
Het Posthuys dankt zijn naam aan de functie van tussenstation voor de post die in lang vervlogen tijden via Texel per boot werd aangeleverd. Uit de beschrijving van het Posthuys : "In de 17e eeuw wilden  Amsterdamse kooplieden een “posterije met paarden en sloepen”, zodat hun brieven de op de Vlierede liggende schepen zo snel mogelijk zouden bereiken, en ook om de berichten van de schepen zelf zo snel mogelijk te ontvangen. In 1677 was het zover. De “zeebrieven” deden er ongeveer tien tot twaalf uur over om op de plaats van bestemming te komen. Een postiljon snelde van Amsterdam naar Den Helder, vanwaar een postschipper de brieven naar Texel bracht. Daar stond weer een postrijder klaar voor de rit over het eiland. Vanaf Texel voer de tweede postschipper met zijn vlet naar een vast punt op de Vliehors, de grote zandplaat die de westkant van Vlieland vormt. Het Posthuys was het onderkomen van de Vlielandse postiljon. Voor dag en dauw moest hij met paard en wagen acht kilometer de Vliehors op rijden, het Texelse postbootje tegemoet. Vooral in de winter konden dat barre ritten zijn. Sneeuwstormen en dichte mist ontrokken de bosjes helm en paaltjes, die als bakens dienden, aan het zicht. De postiljon nam de post voor de schepen in ontvangst en leverde de brieven voor de heren in Amsterdam aan de schipper af. Via het Posthuys werden de brieven naar het dorp Oost-Vlieland vervoerd en vandaar per sloep naar de schepen op de Vlierede . In 1927 werd de dienst opgeheven. Blijkens een oude kaart stond er al lang voordat er een vaste postdienst was een schuurtje of huis op de plaats van het posthuys. Op een andere kaart, uit 1782, staat er al duidelijk een naam “het posthuysje”. In 1836 werd het houten gebouwtje vervangen door een stenen huis, het eigenlijke posthuys."

Zo lang ik Vlieland ken is het Posthuys al een horeca gelegenheid. Vanmiddag zit het terras vol, er zijn meer mensen op het idee gekomen een fietstocht te maken. We herkennen verschillende mensen die met hun boot in de jachthaven liggen. Een actief soort, die watersporters.
het Posthuys
Als we voldoende uitgerust zijn, kijken we bij de Kroon polders. Ik heb de oude Kroon nog meegemaakt, volgens mij zou hij zich in zijn graf omdraaien als hij dit zou zien. Zijn levenswerk was het inpolderen van een deel van de Waddenzee aan de zuidwestkant van Vlieland. Onder druk van de milieulobby zijn de dijken doorgestoken en is het land 'aan de zee teruggegeven'. Volgens mij heeft de zee geen dankjewel gezegd. Maar eerlijk gezegd is het een paradijs voor vogels, dat dan weer wel. Op de terugweg passeren we het 'Bomenland', ooit als werklozenproject opgezet in de dertiger crisisjaren, en nu een prachtig volwassen bosgebied waar je diep ademend zuurstof kunt tanken.

We kijken nog even bij het graf van een onbekende aangespoelde zeeman, waar in 1907 een gedenkbord bij geplaatst is. De tekst luidt : 'Hier rust het stof uit vroeg're dagen - geborgen in een houten kist - wilt eerbied voor deez' rustplaats dragen - daar zulks plicht en menschlijk is'. Daar wordt je even stil van. Als kind maakte een variant hiervan grote indruk, iemand had dat op de wand van het campingtoilet geschreven : 'Hier rust het stof'lijk overschot - van boterham en middagpot'.
Terug in de haven genieten we van het uitzicht vanuit de kuip, en zien we de jachthaven voor het eerst dit jaar behoorlijk vollopen met passanten. Voor de verandering is het volkomen windstil, dat hebben we lang niet meegemaakt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten