maandag 8 juli 2013

De CHIP als sleepboot


maandag 8-7. Klokslag 09:00 verlaten we de Compagnieshaven, na eerst de dieseltank tot de rand volgetankt te hebben. We spoeden ons naar het Naviduct, de sluis die toegang geeft tot het Markermeer. We hebben geluk, bij de aanloop gaan de lichten op groen en varen we met de schepen die liggen te wachten, de sluis in. Het niveauverschil is minimaal, dus kunnen we er snel aan de andere kant weer uit. De route voert ons bijna in een rechte koers richting Amsterdam, we moeten alleen om de vuurtoren 'Het Paard van Marken' op Marken heen. De motor staat aan, we trekken de genua erbij, de koers is bijna recht voor de wind. Het waait stevig, we maken een mooie snelheid. Het nadeel van een voordewindse koers is dat de golven recht van achter inkomen. Het waait een dikke windkracht 4, en de golven bouwen zich snel op tot een hoogte van rond de meter. De 'Chip' giert dat het een lieve lust is, je kan het roer geen seconde alleen laten. Maar op zich vaart het rustig met langzaam onder het schip doorlopende golven, waardoor je continu vertraagt en dan weer versnelt. Wij zijn de enige op deze koers, we zien hier en daar een zeilboot halve wind varen. Na Marken gaan we 20 graden stuurboord uit, even giert het wat minder, maar het gaat harder waaien en binnen de kortste keren gieren we er weer op los. Tegen de tijd dat we in de aanloop naar de Schellingwoudebrug en de direct daarachter gelegen Oranjesluizen zitten, waait het een dikke windkracht 5. Eenmaal in de beschutting van de stad merk je weinig meer van de wind. De brug en sluis draaien drie keer per uur, wij komen perfect getimed aan, en kunnen  meteen door, een meevaller. Amsterdam is zoals gewoonlijk een gekkenhuis, boven de tunnel van de Noord-zuid route wordt ballast gestort. Er is maar een klein gaatje vrij, waar alle ponten, rondvaartboten, binnenvaart en de pleziervaart doorheen kunnen. Het Noordzeekanaal is een lang saai stuk om te varen, we trekken de genua erbij en lopen meteen over de 6 knopen, op rompsnelheid.

het slachtoffer
Tegen half zes komen we aan bij de sluizen van IJmuiden, we horen via de marifoon dat er in de sluis het zeilschip 'Tabra' ligt dat z'n motor niet gestart krijgt. De sluiswachter meldt per marifoon dat hij de brug en de sluis weer sluit en dat een volgend zeilschip hem misschien eruit kan helpen. Als ik de sluiswachter per marifoon meldt dat wij graag geschut willen worden, blijkt hij ons bedoeld te hebben als sleepdienst. Mijn eerste vraag is hoe groot dat schip wel is, zijn antwoord is ontwijkend, dat moeten we zelf aan de hulpbehoevende vragen. Als de sluis opent, zien we de Tabra liggen, een groot stalen schip van rond 13 meter met een bordje 'te koop' erop (zie advertentie). We leggen aan naast het slachtoffer, de schipper meldt dat de startmotor weigert. Hij heeft de marina gebeld, die ongeveer een kilometer verderop ligt, en die hebben de KNRM gewaarschuwd. Als de sluis nu aan de zeezijde opent, is de KNRM nog in geen velden of wegen te bekennen, wij fungeren als sleepboot langszij en zowaar komt de trein in beweging. Wij zien er geen brood in de hele reis naar de marina met deze ballast af te leggen, het risico dat de sleep met de sleper ervandoor gaat is veel te groot. We parkeren de Tabra keurig af tegen het remmingswerk, wat al een klein wonder genoemd mag worden van klein duimpje met die reus naast zich. We gooien los en vervolgen onze reis naar de marina, waar we op M19 een heerlijk plaatsje in de zon vinden. Na 8 uur varen nemen een roseetje in de kuip !

De gevaren route :

1 opmerking: