vrijdag 6 september 2013

Schelphoek - Herkingen


Vrijdag 6-9. We hebben eenzaam, met nog een buur-zeilboot, overnacht aan de mooring RWS-2 in de Schelphoek. 's Nachts haalt de wind flink aan, uit (zuid)westelijke richting. De golven lopen onder die omstandigheden rechtstreeks het dijkgat in, we hobbelen behoorlijk. Tegen de morgen wordt het rustiger, het water zakt en de wind neemt weer af.
Als begin van de dag soppen we ons in en nemen een wel heel koude duik vanuit de kuip. Je bent gelijk klaar wakker ! Tegen half elf hijsen we de zeilen en vertrekken met een prima windje richting thuishaven. De route voert ons langs Zierikzee, de Zeelandbrug, Keeten, Mastgat en Zijpe naar de Grevelingensluis.

Na ons vertrek uit de Schelphoek passeren we een ander monument uit het verleden. In het vaarwater Het Keeten varen we vlak langs het plaatsje Ouwerkerk, tijdens de stormvloedramp van 1953 een van de zwaarst getroffen plaatsen. Eén op de zes inwoners is daar omgekomen. Het enorme gat in de dijk kon pas als laatste van alle stroomgaten in november 1953 met behulp van caissons gedicht worden. Op de kaart zijn de littekens in het landschap nog goed te zien. De oorspronkelijke dijk is later (anders dan bij de Schelphoek) met een iets aangepast tracé weer in ere hersteld, waardoor de bij de sluiting gebruikte caissons midden in het land zijn komen te liggen. In de caissons is nu het Watersnoodmuseum gehuisvest.

Caisson type B
Caissons zijn ooit door de Engelsen gebruikt als golfbreker bij de knap ontworpen noodhavens tijdens de geallieerde invasie in Normandië in 1944. Er waren op het tijdstip van de invasie in mei 147 stuks gebouwd, maar de productie ging door tot oktober 1944. In totaal zijn er 213 stuks gemaakt, verdeeld over 8 types. Ze werden na de oorlog o.a. hergebruikt bij het dichten van de kapot gebombardeerde dijken van het eiland Walcheren, dat op 3 oktober 1944 strategisch door de geallieerden onder water was gezet. 
Jaren later, ten behoeve van het herstel na de watersnoodramp in februari 1953 leverde de Britse regering 8 AX-caissons voor 80.000 gulden per stuk. Deze caissons zijn 62 m lang, 19 m breed en 18 m hoog. Het gewicht per caisson bedraagt ruim 7300 ton. Zij zijn door een langsschot en 10 dwarsschotten in 22 compartimenten verdeeld. Het waren de AX bouwnummers 6, 8, 177, 180, 181, 187, 193 en 213.  
De caissons werden door sleepboten van Smit Internationale uit het Britse Portland (waar 10 stuks dienst deden als golfbreker, de overblijvende 2 liggen er nog steeds) overgevaren naar Schouwen-Duiveland. 


de plaats van de gezonken AX 177 (achter oost-kardinaal)
Tijdens het transport door de sleepboten 'Oceaan' en 'Blankenburg' ging in de nacht van 13-14 juli 1953 als gevolg van stranding de Phoenix AX 177 verloren (deze ligt nu nog vlakbij de Roompotsluis, een berging is overwogen in 1959 voor gebruik bij de Deltawerken, maar bleek onmogelijk door ernstige schade veroorzaakt door eerdere bergingspogingen in 1953).

Volgens een uitspraak van de Raad voor de Scheepvaart is de stranding het gevolg van een ernstige navigatiefout van de 2e stuurman van de 'Oceaan', die zich vergist heeft in de boeien. De eerste lichtboei in de aanloop naar de Roompot die door de stuurman is gemist bleek te zijn gedoofd. De kapitein had dit vooraf gemeld bij de loods, die echter zei dat hem daarvan niets bekend was. De stuurman kreeg een berisping. Voor de loods die op de 13e om 23:30 bij de Middensteenbankboei aan boord was genomen, waren er merkwaardigerwijze geen consequenties.   

Uiteindelijk werd in het sluitgat van de Schelphoek één AX gebruikt. Bij Ouwerkerk sloten vier van deze AX-caissons het dijkgat. In Kruiningen werd een AX (en ook nog een BX) gebruikt bij de sluiting van het gat in de dijk van de veerhaven. In de Deltawerken in de jaren erna werden vele caissons (her)gebruikt. De caissons die nu in de Schelphoek liggen zijn overblijfselen uit die tijd.
In het boek 'Phoenix-caissons' van Cor Heijkoop (ISBN 90-807535-1-3) is de meeste informatie over het gebruik van de Phoenix caissons terug te vinden (voor geïnteresseerden bij mij ter inzage).

de gevaren route
Als we bijna bij de Grevelingen zijn, valt de wind weg en beginnen onweerswolken zich te ontwikkelen. Zoals het spreekwoord zegt : stilte voor de storm. Na een korte wachttijd kunnen we al schutten. Het is best wel druk. Als we nog in de sluis liggen, pakken de donkere wolken zich samen, dat belooft niet veel goeds. Op het moment dat we de sluis uitvaren, breekt er een wolkbreuk los zoals je zelden ziet, we zijn binnen een paar tellen tot op de huid doorweekt, en het zicht is bijna nul. Voor de vorm trek ik m'n zeiljas aan, maar die is meteen van binnen net zo nat als buiten.
In het noodweer varen er verschillende boten richting Herkingen, de bemanningen zien er even ontredderd uit als wij, als verzopen katten. Buurmans leed troost, zullen we maar zeggen.
Eenmaal vastgemaakt in onze box stopt de regen en kunnen we droge kleren aantrekken, en een Nespressootje nemen, het leed is dan snel vergeten. Morgen inpakken en schoon schip maken.

motoruren: 747 (sinds 2007)  
zeemijlen : 8162 (sinds 2003, =15116 km)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten