Dinsdag 27 juli 2021
In vroeger tijden hadden de mensen nauwelijks methoden om het weer te begrijpen, laat staan te voorspellen. Een stekende likdoorn kondigde slecht weer aan. Sinds de uitvinding van de kwikbarometer in 1644 door Torricelli, en de latere handzamere types, ging men verband leggen tussen luchtdruk en weertype, zoals blijkt uit de opdruk van de ronde Franse barometer hiernaast. Hoe lager de druk, hoe slechter het weer, met regen, en hoe harder de wind. Hoge druk wordt geassocieerd met mooi weer en droogte.Halverwege de negentiende eeuw maakte de Nederlander Buys Ballot voor het eerst weerkaarten met naast de lokale, ook waarnemingen van verderaf, en tekende isobaren in de kaart. Hij vond de verklaring van de afwijking van de windrichting bij de stroming van hoge naar lagedruk, en verklaringen voor meerdere bijzondere weersverschijnselen. Hij werd in 1854 de eerste directeur van het nieuw opgerichte KNMI.
Als we naar de huidige weerkaart kijken, zien we iets bijzonders. Boven de Noordzeelanden hangen al dagen lang meerdere lagedruk gebieden. Bijzonder is dat er weinig wind is, maar veel instabiliteit in de atmosfeer, waardoor plotseling buien kunnen ontstaan, sommige met onweer, bliksem en zelfs hagelstenen.
Tegenwoordig staan er op de wereld twee zeer krachtige weercomputers continu te rekenen aan het weer, op basis van ontzettend veel waarnemingen wereldwijd. De uitkomsten daarvan vormen de basis voor alle weerberichten over de hele wereld. Desondanks lukt het maar niet om met enige nauwkeurigheid het weer over een langere periode nauwkeurig te voorspellen. Zeker is dat de weermodellen moeite hebben met complexe situaties zoals nu boven de Noordzee. We wachten dus maar lijdzaam af hoe het weer zich de komende dagen ontwikkelt.
Wij blijven door de onzekere weersituatie voorlopig in de jachthaven liggen. We luisteren niet naar het weerbericht, maar kijken naar buiten hoe het weer in onze directe omgeving eruit ziet. Vanmorgen leek dat prima, zelfs blauw in de lucht. We pakken de fiets en gaan de omgeving van Herkingen verkennen. We zoeken de houten huizen die na de watersnoodramp van 1953 door Europese landen zijn geschonken, die staan er niet meer. In westelijke richting komen we bij de kerk van de gereformeerde gemeente een herdenkingsbord tegen van een in de oorlog neergestorte Engelse bommenwerper.
Het bord meldt : 'Op 22 april 1944 om 23.00 vertrok vanaf vliegbasis Leeming, de (nog geen maand oude) Halifax LK802 met als missie een bombardement op de stad Düsseldorf in Duitsland. Boven Nederland werd de Halifax mk3 geraakt door afweergeschut en een Duitse jager, waarna het toestel neerstortte in de buurt van Herkingen. Bij de crash kwamen drie bemanningsleden om het leven, en wegens inundatie van de polder waar het vliegtuig was neergestort zijn twee daarvan pas op 15 Juni 1945 geborgen.'
Pilot Fennessey werd op Bergen op Zoom begraven en Flight engineer Austin in Herkingen in een graf aangeboden door de lokale bevolking. Navigator Achtymichuk is nooit gevonden, er wordt vermoed dat deze in de Grevelingen is verdronken.Voor hem en de andere overledenen zijn herinnerings- panelen in het dorp geplaatst door stichting Wo2Go. Van de vier bemanningsleden die in krijgsgevangen schap terecht kwamen heeft Air Gunner Crosswell het niet overleefd. Deze is neergeschoten tijdens een vluchtpoging uit Stalag Luft III op 13 april .De volgende dag 14- april 1945 is hij overleden.
Na dit momentje van overdenking rijden we het dorp uit in westelijke richting. Na een paar kilometer willen we richting zeedijk, maar bij de enige weg ernaar toe staat een rond wit bord met rode rand, een bordje 'doodlopende weg' en twee verbodsborden 'verboden toegang art 461 WvS'. We hebben onze leesbrillen niet op, en gaan vol goede moed fietsend richting zeedijk. De percelen naast de weg staan vol suikerbieten, die al gedeeltelijk gerooid zijn, waarbij veel klei op de weg terecht is gekomen. Samen met de regen is dat een slechte cocktail, aan het einde glibberen we alle kanten op. Ik kan nog stoppen, maar achter mij klinkt 'Oh nee !!' Irene ligt languit in de blubber.
We besluiten besmeurd en wel terug te keren, en komen dan een boze boer tegen. Hij meldt dat er bordjes verboden toegang staan. Irene verklaart schuldbewust dat ze al gestraft is, bij de boer kan er nog geen lachje af. Ik ben in de verleiding om te melden dat boeren zich met hun trekkers op het Malieveld en onze snelwegen ook niets aan verboden gelegen laten liggen. En te vragen of hij met die verbodsbordjes soms iets te verbergen heeft, en dat we komen controleren of hij de landbouwsubsidies die hij krijgt van ons zuurverdiende geld wel goed besteedt. En of z'n stikstofboekhouding wel klopt. Gezien het ontbreken van enig gevoel van humor bij de Zeeuw, doe ik er maar het zwijgen toe. Op de steiger ben ik na thuiskomst wel een uur bezig om kleding, schoenen en fietsen schoon te spuiten van de taaie, kleverige, vette Zeeuwse klei.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten