woensdag 3 augustus 2011

Veerse Meer en de Clowting roots



Dinsdag 2-8 is een hete dag met nauwelijks wind, die niet uitnodigt tot veel activiteit.
We hebben vanuit de jachthaven een prachtig uitzicht op het Veerse meer, met in de verte aan de overkant de karakteristieke 'skyline' van Veere. We vullen de  voorraden aan bij de Kamperlandse C1000, als je niet beter wist zou je denken dat die ergens in Duitsland ligt, gezien de voertaal. Onderweg passeren we aan het eind van het Havenkanaal de jachthaven van Kamperland, die we twee jaar geleden hebben bezocht toen die nieuw gebouwd is. Er liggen nu heel wat meer schepen dan destijds maar het is toch een wat somber  geheel. Er is wel een straatje met leuke winkeltjes bijgebouwd, maar kooplustig publiek is ver te zoeken.
De Campveerse toren in 1696
's Middags willen we nog even de benen strekken, en nemen de veerpont naar Veere (die veerdienst was er in de Middeleeeuwen al, daaraan heeft Veere zijn naam ontleend). Veere begint in de 12e of 13e eeuw als het gehucht Campvere.
Wolfert VI van Borssele (stadhouder voor de vorst in Holland, Zeeland en Utrecht, Heer van Veere) huwt in 1444 de Schotse koningsdochter Mary Stuart, dochter van Jacobus I van Schotland. (zie ook https://nl.wikipedia.org/wiki/Wolfert_VI_van_Borselen )

In de zestiende eeuw deden soms wel 50 tot 60 schepen per dag de stad aan. Door de connectie met Schotland wordt Veere in 1541 de stapelplaats van alle Schotse goederen in de Nederlanden, en komt de plaats tot grote bloei. De Schotse wol was één van de belangrijkste producten voor de Nederlanden. Maar de Schotten namen ook schaapsvellen, gezouten koehuiden, zalm en vlees mee. Omgekeerd werden Zeeuwse producten als laken, meekrap, fruit en groente verscheept naar Schotland.

Het stapelcontract, een verdrag tussen Karel V, heer der Nederlanden en de Schotse koning leidt tot de vestiging van een grote Schotse kolonie in de kleine havenstad. In 1600 zijn 300 van de 3000 inwoners Schots, en zij bezitten in hun "Lord Conservator", een door de Schotse koning benoemde bestuurder, een eigen notaris, ouderling, politieagent en rechter. Veere heeft een officieel in Schotland geregistreerd 'Veere district tartan' (zie foto).
De Schotten zijn in een bijzonder privilege vrijgesteld van de accijnzen op bier en wijn en mogen van 1613 tot 1799 in een eigen herberg goedkoop drinken. Deze is tot 1764 gevestigd in een gebouw aan de Wijngaardstraat, maar is dan vervallen en onbewoonbaar geworden. De herberg wordt verplaatst naar het huis ‘In de Struijs’ aan de Kaai. 
In de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) is Veere in eerste instantie Spaansgezind, tot in 1572 op 4 mei een groepering geuzen voor de poorten staat en de inname van Veere binnen een dag een feit is. In 1572 sluit Veere zich, met de meeste andere Walcherse steden, aan bij de opstand tegen het bewind van Alva. In de Republiek neemt de stad een vooraanstaande positie in. 

Onder dwang van  Frankrijk wordt tijdens de Bataafse Republiek (1795-1801)  op 10 oktober 1799 per decreet het stapelcontract beëindigd, en neemt het belang van Veere als doorvoerhaven af. (voor de historische feiten : dank aan Wikipedia en Museum Veere). 

Onze familie van moeders kant (Clowting) heeft een bijzondere band met Veere. Het is de plaats waar eind 18e eeuw de eerste Clowting (Henry) verschijnt. Het is zeker voor de overzeese handel een turbulente tijd, zie http://www.canonvanvlissingen.nl/?p=verd&moment=13 . Begin 19e eeuw wordt voorvader Isaac Clowting (een broer van Henry) door een Engelse handelsorganisatie (of waren het smokkelaars ?) naar naar Veere gestuurd om financieel orde op zaken te stellen.

Voor geïnteresseerden, kijk eens hier : http://www.genealogieonline.nl/genealogie-bazelmans/I222.php :Isaac Clouting  is getrouwd met Sara Robus rond 1800 te Folkestone, Kent, Engeland.
Ten tijde van Napoleon bestonden er in Engeland smokkelmaatschappijen. Deze lieten kleine zeilschepen varen, waarmee vanuit Franse havens allerlei smokkelwaar Engeland werd binnen gesmokkeld. Toen er tussen Engeland en Frankrijk oorlog uitbrak, moesten de Engelsen, die in de Franse havensteden woonden, Frankrijk verlaten en hebben een aantal Vlissingen als uitgangshaven gekozen. Dit waren niet de echte smokkelaars maar degene die bij de maatschappijen in dienst waren. Zo was Isaac Clowting de boekhouder die de uitgaven en inkomsten controleerde. Toen de oorlog afgelopen was zijn velen weer uit Vlissingen vertrokken, doch enige families zijn gebleven, waaronder de familie Clowting.
De eerste Clowting die werd ingeschreven in Nederland was Henry Clowting, afkomstig van Walberswick (Suffolk) van beroep zeeman. Hij ging op 04-01-1787 in ondertrouw met Susanna Karrolt afkomstig van Folkestone (Kent). Waarschijnlijk zijn zij teruggekeerd naar Engeland. Kennelijk zijn Henry en Isaac broers (een van de kinderen van Isaac heette Isaac Henry).
Isaac Clouting was de tweede Clouting/Clowting die voet aan land zette in Holland. Hij vestigde zich samen met zijn vrouw Sara Robus omstreeks 1800 in Veere (toen nog Campveere) Aangezien de DTB-boeken van Veere van voor 1811 verloren zijn gegaan, zijn de gegevens uit die tijd onvolledig.
In 1814 verhuisden Isaac en Sarah naar Vlissingen. Hij vestigde zich daar als zeehandelaar, zeilmaker en koopman. Bij hen woonde in Elizabeth Robus, weduwe van Faggy (tante van Sara).

Isaac Clowting (1782-1858) en zijn nageslacht ontwikkelden zich gelukkig tot eerzame burgers, die vooral in de maritieme sfeer hun brood verdienden. Een van de zoons van Isaac, nl Isaac Henry Clowting (1815-1856) is mijn bet-overgrootvader. De namen circuleren nog steeds in de familie, ik had twee ooms die Isaac en Henry heetten, en heb een neef die Isaac heet.

Deze bet-overgrootvader Isaac Henry Clowting werd al op jonge leeftijd gezagvoerder op het (commerciële) fregat 'Admiraal Zoutman'. Voor gegevens zie hier :
 www.marhisdata.nl/main.php?to_page=schip&id=10129 ,
 http://www.zeemansleed.nl/?page_id=2880 en hier :  http://www.grotezeilvaart.nl/scribo/documenten/SchepenlijstfregatschepenenbarkenBM.pdf

Tijdens een van zijn reizen naar het verre Oosten overleed Isaac Henry op 1 juni 1856 als slachtoffer van de 'Hong Kong griep' in Hong Kong. Ik heb een fotokopie van een brief van de rederij, waarin wordt vermeld dat hij in aanwezigheid van de scheepsofficieren en de Nederlandse consul is begraven, en dat er later door tussenkomst van het consulaat het een 'passende' grafsteen op zijn graf is geplaatst. Helaas konden we tijdens onze reis door China in 2006 zijn graf in Hong Kong niet lokaliseren, maar de begraafplaats moet nog steeds bestaan.

Altijd als wij door Veere lopen, komen de herinneringen aan het roemruchte verleden boven. Het is een merkwaardig gevoel in een stadje te lopen met zo'n rijke historie in de wetenschap dat onder heel andere omstandigheden, verre voorouders hier ook moeten hebben gelopen. Die gedachten worden tegen 5 uur ruw onderbroken door het onverbiddelijke vertrek van de laatste pont vanaf de Campveerse toren richting Kamperland.

De woensdag 3-8 begint somber met zo nu en dan een regenbuitje. Ons plan om naar een eiland in het Veerse Meer  te verkassen laten we varen, en boeken nog een dagje bij in de jachthaven. 's Middags breekt de zon weer door en maken we een mooie fietstocht tot aan einde van het Veerse Meer aan de noordwestzijde. Het is windstil, wat vanaf de jachthaven het mooie sfeerplaatje links oplevert als de zon bijna is verdwenen. Donderdag 4-8 doen we per fiets eerst nog even inkopen in Kamperland en vertrekken dan onder het ijzeren zeil richting Middelburg, via de Veerse sluis en het kanaal door Walcheren. We krijgen box 40 toegewezen, die we voor 3 nachten reserveren. Het plan is vervolgens naar Vlissingen door te varen en buitenom over zee een 'rondje Walcheren' te maken, en bij de Roompot weer naar binnen te gaan. We houden de weersverwachting scherp in de gaten, want het moet natuurlijk wel leuk blijven.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten