Woensdag 1 juni vertrekken we per automobiel richting Ossenzijl waar we door zus Wil en zwager Daan zijn uitgenodigd om per boot twee dagen mee te genieten van de prachtige omgeving van Ossenzijl en de Weerribben. Nadat Wil en Daan hun eigen 'Liberty' van de hand hebben gedaan, kunnen ze het varen nog niet loslaten en huren zo nu en dan een boot, in dit geval een mooie Doerak 800 van 'Holiday Boatin' uit Sneek.
We arriveren via een bijna lege snelweg al vroeg in De Kluft bij Ossenzijl, en na de koffie vertrekken met de 'Zorba' door het kanaal Steenwijk-Ossenzijl via Steenwijk richting Giethoorn. (klik op de kaarten hiernaast). De Doerak 'ligt lekker in de hand', laat zich gemakkelijk varen. Er zit zelfs een boegschroef in. Veel bruggen worden hier automatisch bediend, een prima vondst voor de watersporters maar we vragen ons af of het wegverkeer hier nou zo blij mee is ! Voor iedere pleziervaarder gaat meteen de brug open, en komt het verkeer tot stilstand.
We arriveren via een bijna lege snelweg al vroeg in De Kluft bij Ossenzijl, en na de koffie vertrekken met de 'Zorba' door het kanaal Steenwijk-Ossenzijl via Steenwijk richting Giethoorn. (klik op de kaarten hiernaast). De Doerak 'ligt lekker in de hand', laat zich gemakkelijk varen. Er zit zelfs een boegschroef in. Veel bruggen worden hier automatisch bediend, een prima vondst voor de watersporters maar we vragen ons af of het wegverkeer hier nou zo blij mee is ! Voor iedere pleziervaarder gaat meteen de brug open, en komt het verkeer tot stilstand.
We zakken af richting Zuid tot op de Beulaker Wijde, en via de Walengracht, Giethoornse Meer en de Wetering gaan we op weg naar de Heuvengracht en de Walengracht. We passeren hier het 'Grote Gat' waar we zo'n veertig jaar geleden met Daan en Wil, toen hun kinderen nog klein waren, met z'n allen (met z'n zevenen !?!) op de 'Marc' van 8 meter hebben overnacht. Ook destijds hadden we gelukkig het weer mee, als we onze herinnering mogen geloven. De toegangsbrug tot het Grote Gat is nu zo krakkemikkig geworden, dat men die geblokkeerd heeft.
De Kalenberger Gracht is nog even schilderachtig als toen, al zien de huizen er nu beter onderhouden uit, wat dan wel weer ten koste gaat van de authentieke verarmde rietdekkers sfeer die er destijds heerste. Als we de 'Zorba' hebben aangelegd in de Kluft, nemen we bezit van onze trekkershut, de slaapplaats voor de komende nacht. We genieten het door Wil (voor)bereide diner op de picknicktafel voor de hut.
Vanaf de Kluft gelijk stuurboord uit, even later al passeren we in Ossenzijl de nog handbediende brug. Via de Linde varen we naar het knusse plaatsje Kuinre, dat ooit aan de Zuiderzee was gelegen. De Heren van Kuinre hadden in de Middeleeuwen een bedenkelijke reputatie, ze beroofden als piraten vrachtschepen op de Zuiderzee. Maar sinds de inpoldering van de Noordoostpolder leidt Kuinre een stoffig en slapend bestaan. Het toerisme is nu de belangrijkste bron van inkomsten. Het piepkleine sluisje wordt vlot bediend door een vrouwelijke sluiswachter, die in niets meer doet herinneren aan haar piratenafkomst . Als we eenmaal door de sluis zijn, blijken de aanlegmogelijkheden beperkt. Maar we willen toch graag dat broodje kroket uit het plaatselijke eetcafe, dus Daan en ik lopen vanaf de eerste aanlegplaats die we tegenkomen de lange weg terug. Onderweg passeren we een gebouw dat op een kerk lijkt, maar dat blijkt volgens de gevelplaat onjuist te zijn. In 1775 werd het als Boterwaag gebouwd waar gehandeld werd in boter en biggen. Later heeft dit gebouw tot 1972 dienst gedaan als gemeentehuis, je zou cynisch kunnen zeggen dat er toen politieke koehandel werd bedreven. In 1972 werd Kuinre een deel van de gemeente IJsselham. Maar dat is ook al weer geschiedenis, Kuinre maakt nu deel uit van de gemeente Steenwijkerland.
We varen na onze ongezonde, maar lekkere lunch verder via de Tussenlinde, de Kuunder of Tjonger, en de Jonkers- of Helomavaart (wat waren ze vroeger besluiteloos bij de naamgeving) en zo komen we bij de moderne vervanger van de Driewegsluis (die we veertig jaar geleden moesten nemen). Via de Lende en de Ossenzijler Sloot komen we weer terug in de Kluft waar we op de voor onze Doerak gereserveerde plaats aanleggen. Het was een schitterende tocht.
In het restaurant van de Kluft eten we de beroemde huisspecialiteit (ik zeg niet wat dat is, ga dat zelf maar eens uitproberen), alleen Irene verschalkt een visje. Als toetje bestellen we een reusachtige ijsbeker met vruchten. Daan laat alle vruchtjes keurig in z'n glas zitten, met het idee dat de kok die wel weer voor een volgende klant kan gebruiken. Na nog een kop koffie om de ogen onderweg open te kunnen houden aanvaarden we de terugweg naar huis. Daan en Wil, reuze bedankt voor de fantastische dagen !
Geen opmerkingen:
Een reactie posten